Kiezen tussen favoriete vogelgebieden is zoiets als kiezen tussen je kinderen. Alle gebieden zijn me even lief. Toch wil ik een pleidooi houden voor een streek waar je gemakkelijk aan voorbijgaat. Vaak ook letterlijk. Voor velen is België een land om snel doorheen te rijden op weg naar Frankrijk of nog zuidelijker. Maar daarmee missen we veel. De interessante oude cultuursteden als Antwerpen, Gent of Diest bijvoorbeeld. (Bezoek Diest, je kijkt je ogen uit!).
Maar het oosten van het land is voor natuurliefhebbers eigenlijk interessanter. Het bestaat grotendeels uit natuur: uitgestrekte bossen, veengebieden, rivieren, hier en daar een rotspartij…
Productiebossen in de Ardennen
De Ardennen bestaan voor een groot deel uit naaldhout: typisch productiebos waarvan er zo om de 40 jaar een deel wordt gekapt. Dat zorgt natuurlijk voor een overvloed van typische naaldhoutsoorten zoals zwarte mees, kuifmees, goudhaan en vuurgoudhaan en zwarte specht. Maar er zijn ook hier en daar grote loofbossen, waar alle spechten voorkomen. Op één wandeling van twee uur had ik er vijf: naast de zwarte specht ook de groene, grote, middelste en kleine bonte specht. Kijk, dat tikt aan.
In de naaldbossen goede kans op notenkraker (zeer schuw, vaak maar in een flits), ruigpootuil (ga ’s nachts op het geluid af), en taigaboomkruiper hoe dichter bij de Duitse grens, hoe meer kans). Ook dwerguil wordt regelmatig op (zorgvuldig geheim gehouden locaties) gemeld. Rond Vielsalm heb je nog de beste kans op de laatste broedende barmsijzen.
Want het gaat natuurlijk om de specialties, vogels die je niet of niet zo veel in Nederland tegenkomt. In de talloze beekjes en rivieren zijn dat naast de ijsvogel, de waterspreeuw en grote gele kwikstaart die je op elke wandeling of kanotocht tegenkomt. Of wat dacht je van de zwarte ooievaar, in toenemende aantallen in rivier begeleidende bossen?
Hooggelegen venen
Misschien verrassend, maar België heeft ook veel natte en drassige gebieden. Hooggelegen venen begroeid met hei, waar geelgors, grauwe klauwier en zelfs klapekster broeden.
Lopend zie je het meest, want België is voor alles een wandelland. Het landschap is afwisselend. Bij elke bocht wacht wel een verrassing, zoals grote lijster, rode wouw, raaf en in de diverse oude steengroeves ook de oehoe.
Persoonlijk vind ik het najaar de mooiste tijd om naar de Ardennen te gaan ten tijde van de kraanvogeltrek. De Hoge Venen liggen precies op de route die de kraanvogels afleggen naar het zuiden. Hele slierten trekken voortdurend over, onder het geluid van hun bekende roep: een machtige belevenis. Maar in de vele plasjes en venen blijven ook regelmatig groepjes kraanvogels een paar dagen plakken. Telescoop mee en genieten!
Kortom: België is een prima vogelbestemming, op een paar uur rijden van Utrecht. Ik kom er vaak en heb er zelfs een vakantiehuisje gekocht dat geheel is ingericht voor natuurliefhebbers.
