Steltlopers van Europa is een boek boordevol informatie en prachtige foto’s. Het is een geprezen standaardwerk van de Deen Lars Gejl, die tot de beste natuurfotografen van de wereld behoort.
Veelzijdig
‘Grauwgoed’. Zo omschrijft Theunis Piersma in het voorwoord van Steltlopers van Europa de ‘grijsbruine vogels met lange poten die door buitenstaanders saai worden genoemd’. Dat doet de grote Nederlandse ecoloog met gevoel voor ironie. Steltlopers zijn enorm veelzijdig: van de compacte, kortsnavelige drieteenstrandloper tot de lange, elegante groenpootruiter, van de grutto en de kluut tot de exotische, tot de verbeelding sprekende renvogel en steppevorkstaartplevier.
Lars Gejl (1962) schreef De Roofvogelgids en de zakgids Roofvogels en uilen van Europa. Zijn Steltlopers van Europa is sinds de eerste druk in 2015 uitgegroeid tot een veelgebruikt handwerk. Het is vertaald in het Duits, Engels, Frans en Nederlands. Met deze nieuwe druk is het boek weer leverbaar.
Een uitstekende training voor thuis
Steltlopers van Europa beschrijft alle 82 Europese soorten steltlopers: 44 algemeen voorkomende broed- en trekvogels en 38 zeldzamere Noord-Amerikaanse en Aziatische dwaalgasten. Het bevat ruim 600 foto’s – waarvan 119 van Geijl –, soortbeschrijvingen, vergelijkingstabellen, beeldoverzichten, silhouetten en vogelgeluiden (beschrijvingen en QR-codes).
Alle opgenomen soorten zijn helder beschreven en vooral in beeld gebracht: in vlucht en aan de grond, in hun broedgebied en overwinteringsgebied en in verschillende kleden. Dit maakt Steltlopers van Europa hét handboek voor de Nederlandse vogelaar die een overzicht wil van plevieren, strandlopers, ruiters, snippen en franjepoten. Bijzonder fraai zijn de platen met 189 silhouetten van staande en vliegende vogels voor een snelle determinatie. Ze vormen een uitstekende training voor thuis.
Een bosruiter in een berkenbos
De foto’s, afkomstig van fotografen uit vier continenten, maken het een genot om dit boek door te bladeren. Vanwege hun schoonheid, vanwege de kenmerken die je nog beter leert onthouden en vanwege de inzichten die je opdoet: je ziet schaarse doortrekkers in ons land in hun broedgebied in Andalusië of Zweden, een bosruiter in een berkenbos, een fraaie grote franjepoot in zomerkleed in Canada. Ze maken duidelijk dat de vogels die ’s winters in Nederlandse polders, op slikken en wadplaten zitten, er duizenden kilometers verderop in zomerkleed soms heel anders uitzien. De vele kleedvariaties opgenomen in het boek zijn leerzaam.
Vormgeving en vertaling
De vormgeving is af en toe wat druk. Zo komt de lezer op een bladzijde vier verschillende teksten tegen: de doorlopende tekst, een toelichting bij een foto boven, een toelichting bij een foto onder en een toelichting bij een kaart. Die toelichtingen bestaan uit hele alinea’s. Dat had wat overzichtelijker gekund. De vertaling is soms omslachtig. ‘Kiezelalgen, waarmee het modderige en zanderige wad tweemaal per dag wordt overspoeld dankzij de krachten van het getij, vormen de basis voor de overvloed aan voedsel die ontstaat en waarmee alle van millimetergrote wadslakjes en zeepieren tot vissen, vogels en zeehonden, zich voeden.’ Voor deze herdruk zijn de Nederlandse gegevens niet bijgewerkt. De laatste waarneming van een renvogel was in 2021 in Bergen (niet: 1986). Volgens de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna zijn er in Nederland 46 gevallen van een steppevorkstaartplevier (niet: 39 waarnemingen).
De foto’s zijn evenwel prachtig, de soortbeschrijvingen helder en het boek bevat een schat aan informatie. Steltlopers van Europa is een zeer compleet werk. Voor de Nederlandse vogelaar die het geluk heeft dichtbij de Waddenzee te wonen – ’s werelds grootste aaneengesloten getijdengebied – is er veel te genieten.
Lars Gejl. Steltlopers van Europa. Met een voorwoord van Theunis Piersma. Vertaling Ger Meesters. KNNV Uitgeverij, Zeist 2024. 375 blz. € 39,95.
Eén reactie
Zijn er geen andere smaken op het gebied van vertaling, vormgeving en bewerking in Nederland ..?