In de wereld van verenigingen die lokaal en regionaal vogelliefhebbers bij elkaar brengen, bestaan naast Vogelwerkgroepen ook een aantal zogenaamde Vogelwachten. ‘Onze Vogelwacht is eigenlijk een verzameling van vogelwerkgroepen’, vertelt Chris Hesse, secretaris van de Vogelwacht Limburg. ‘Die werkgroepen zijn heel divers en heel uiteenlopend wat betreft kwaliteit en kwantiteit. Sommige zijn vrij klein en hebben beperkte activiteiten. Andere ontplooien veel activiteiten en geven zelfs cursussen.’
De Vogelwacht Limburg is opgericht in 1956 met als belangrijkste doel het beschermen en bevorderen van de vogelstand in de gehele provincie Limburg. Dat is een enorm werkgebied. Chris: ‘Limburg is een hele lange provincie. De Vogelwacht Limburg concentreert zich met name op Midden- en Zuid-Limburg. Noord-Limburg is een nog wat onontgonnen gebied.’ (In het Noordoosten van Limburg is de Vogelwerkgroep het Rijk van Nijmegen actief). Vanuit dit grote werkgebied zijn min of meer vanzelf acht aparte regionale werkgroepen ontstaan.
Rijksweg A73
De werkgroep Rijksweg A73 is voortgekomen uit de aanleg van de A73, waarbij nogal wat natuur en waardevolle biotopen van vogels verloren ging. De werkgroep is actief in het gebied vanaf de Maas in Linne (Linnerweerd) via landgoed Rozendaal en het natuurontwikkelingsgebied Reigersbroek tot geheel Putbroek. De groep onderhoudt tachtig zelfgemaakte nestkasten voor de meest uiteenlopende vogelsoorten.
De werkgroep Haeselaar is actief in de gemeente Echt-Susteren, met name op het gebied van vogeltellingen als het Broedvogel Monitoring Project (BMP), Punt-Transept Telling (PTT), watervogeltellingen en trektellen. Voor het trektellen is een observatiepost ingericht bij Aan de Majoor te Koningsbosch. De werkgroep is ook betrokken bij de bescherming van bosuil, kerkuil en steenuil.
Danikenbos
Geleen heeft een kleine werkgroep die met name (broed)vogels in het Danikenbos inventariseert. Daarnaast neemt de groep deel aan de Maastelling, de Bekentelling (Geleenbeek) vanaf Hoensbroek tot aan de Biezenhof en verricht ze in de winter een PTT in het gebied ten oosten van Geleen en Munstergeleen.
De werkgroep Heihof, met als werkgebied Strijthagen, Brunssummerheide en de Schinveldse Bossen, is ontstaan toen in het werkgebied nestkasten werden opgehangen ter verbetering van de schaarse nestgelegenheid voor vogels. Daarnaast is de groep is actief met BMP en PTT en onderzoek naar broedende kerkuilen.
De werkgroep Maastricht organiseert excursies in binnen- en buitenland. Daarnaast doen de leden maandelijks zoetwatervogeltellingen, huiszwaluw- en oeverzwaluwtellingen en een BMP op de Kleine Weerd in Maastricht en in Itteren.
Bijzondere Soorten Project
De werkgroep Roerstreek is actief met het inventariseren en ringen van roofvogels en uilen. Bij roofvogels gaat het om het in kaart brengen van nagenoeg alle nesten van roofvogels in Midden-Limburg en het ringen van juvenielen uit die nesten. Bij uilen gaat het om het ringen van bos-, steen- en kerkuilen en de laatste jaren steeds vaker oehoe’s.
De werkgroep Sittard is een samenwerking tussen Vogelwacht Limburg en IVN Munstergeleen. Regelmatig organiseert men excursies en gedurende het voor- en najaar worden elke twee weken vogels geteld in de hamstergebieden op de Kollenberg en bij Puth- Schinnen. In de periode september tot april telt men watervogels aan de Belgische kant van de Maas en in de zomermaanden telt men huiszwaluwnesten in Limbricht, Guttecoven en Munstergeleen.
Aparte positie
Net als de werkgroep A73 heeft de werkgroep Tösse Bös en Maas als doel het aanbieden van vervangende broedgelegenheid voor vogels die door de komst van de A73 hun broedplaats zijn verloren. Voor deze vogels worden nestkasten opgehangen en onderhouden. De werkgroep is met name actief ten oosten van de Maas tussen Roermond en Venlo.
Van de regionale werkgroepen neemt Tösse Bös en Maas een aparte positie in. ‘Tösse Bös en Maas is een eigenstandige vereniging die aangehaakt is bij VWL’, vertelt Chris. ‘Die hebben een eigen home, het oude stationsgebouw van Belfeld. Het is een hele grote en actieve Vogelwerkgroep met zo’n 120 leden. Maar het is wel de enige die zelfstandig is. Die andere werkgroepen hangen allemaal onder de VWL en hebben geen aparte rechtsvorm.’
Gezamenlijk
De regionale werkgroepen organiseren eigen excursies, gemiddeld een keer per maand. Maar er zijn ook centraal georganiseerde excursies. ‘Dit jaar organiseren we vanuit de Vogelwacht drie excursies waarbij mensen vanuit verschillende werkgroepen zich kunnen aanmelden om samen op pad te gaan’, vertelt Chris. ‘Ze zijn ook toegankelijk voor niet-leden, maar die betalen dan € 5,-.’
Ook zijn er een paar thematische werkgroepen die de gezamenlijke activiteiten binnen de Vogelwacht Limburg vormgeven. Bijvoorbeeld een werkgroep cursussen die zowel basiscursussen als cursussen voor gevorderden organiseert. De cursussen worden gegeven op drie locaties: Born, Belfeld (op de locatie van Tösse Bös en Maas) en Houthem bij Valkenburg. Een cursus bestaat uit een zevental theorielessen, die éénmaal per maand ’s avonds op een vaste avond worden gegeven in de periode van oktober tot en met mei.
Communicatie
Wat betreft de communicatie zijn er twee centrale werkgroepen die de in- en externe communicatie verzorgen: PR en de redactie van het verenigingsblad het IJsvogeltje, dat driemaal per jaar verschijnt. Ook is er een werkgroep Natuur en Milieu die op lokaal niveau adviseert over mogelijkheden om het leefgebied van vogels in stand te houden of te verbeteren. En tenslotte kent de Vogelwacht Limburg nog drie werkgroepen die zich bezighouden met de bescherming van specifieke vogelsoorten: Kerkuilen, Steenuilen en Slechtvalken (alhoewel deze laatste werkgroep ‘in ruste’ is).
Bij de werkgroep steen- en kerkuilen zijn provinciebreed in totaal 70 lokale werkgroepen aangesloten. Met deze werkgroepen verzorgen zowel de steen- als kerkuilenwerkgroepen de provinciale coördinatie van de bescherming van deze uilen en zijn ze het aanspreek- en contactpunt voor de landelijke organisaties STONE en SKWL, voor de Vogelbescherming Nederland en voor de provincie Limburg. In totaal zijn ongeveer 400 vrijwilligers hieraan verbonden.
Niet eenvoudig
Het grote werkgebied en de vele lokale werkgroepen maken de onderlinge communicatie niet altijd eenvoudig. Maar het betekent niet dat er sprake is van enige animositeit. ‘Helemaal niet, integendeel,’ zegt Chris, ‘maar men zoekt elkaar ook niet actief op. Als bestuur hebben wij de afgelopen driekwart jaar een rondje langs de verschillende werkgroepen gemaakt. We hebben ze gevraagd wat voor activiteiten ze doen en waar ze hun excursies organiseren. Toen viel ons op dat men elkaar weinig tot niet opzoekt.’
Volgens Chris is dat jammer, omdat veel kennis en expertise nu helemaal niet wordt benut. ‘Als ik iets wil weten over een bepaalde vogelsoort, kan er twintig kilometer verderop iemand zitten die zich daarmee dag in dag uit bezighoudt zonder dat ik het weet. Er gaat veel kennis verloren (of men houdt kennis ongewild voor zichzelf) omdat er nooit vragen over worden gesteld. Daarom denken we nu na over het opzetten van een soort uitwisselingsplatform, of een soort kennisbank, zodat iedereen inzicht kan krijgen in wat er elders wordt gedaan.’
Hoger niveau
Kennisuitwisseling en onderlinge communicatie is een belangrijk item voor het bestuur. Chris: ‘We hebben het afgelopen jaar geworsteld met de vraag hoe we de communicatie naar een hoger niveau kunnen tillen. Op onze volgende algemene ledenvergadering in april komt er een nieuw bestuurslid dat zich specifiek gaat bezighouden met website, communicatie, Facebook, nieuwsbrieven en dat soort dingen. Dat is een punt waar we nog veel in kunnen verbeteren.’
Over de samenwerking met andere organisaties is Chris goed te spreken: ‘Zeker lokaal liggen er lijnen met verschillende IVN- afdelingen en provinciaal met het Natuurhistorisch Genootschap Limburg. Met deze laatste organisatie is afgelopen jaar een gezamenlijke vogelavond georganiseerd met verschillende sprekers over de nachtzwaluw, rode wouw en oeverzwaluwen). Ik ben er dan ook trots op dat we, met een redelijk provinciaal spreidingsgebied, steeds meer mensen weten te interesseren om vogels te kijken en dat in gezamenlijkheid met anderen te doen. Met een kleine jaarlijkse bijdrage dragen onze leden bij aan de bescherming van vogels en het behartigen van de belangen van die vogels die immers zelf geen stem hebben. Zo spelen ze een actieve rol in de bescherming van vogels in Limburg.’
Lidmaatschap
De Vogelwacht Limburg had op 31 december 2023 523 leden. Een individueel lidmaatschap kost € 10 per jaar en een gezamenlijk partnerlidmaatschap € 12,50 per jaar. Jongeren onder de 18 en senioren (67+) kunnen voor € 7,50 lid worden. Leden krijgen driemaal per jaar het verenigingsblad Het IJsvogeltje, mogen gratis lezingen bijwonen en deelnemen aan excursies en vogeltellingen en krijgen korting bij deelname aan cursussen. Meer informatie is te vinden op de website van de Vogelwacht Limburg.