Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Raisa de Roodhalsgans

Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl

 
Vliegende Roodhalsgans
Fotograaf: Bert Ooms

Sommige vogelsoorten zijn zo mooi dat ze veel in gevangenschap worden gehouden en vervolgens ook best vaak ontsnappen. Mede daarom heerst er bij vele vogelaars in Nederland een soort dedain en wantrouwen rondom hen. Vogels uit gevangenschap tellen niet voor lijstjes en bestaan daardoor feitelijk niet. Deze houding treft ganzen en eenden bovenmatig vaak. Ik ben ook één van hen, maar geloof me: ik heb nog nooit een kooitje van binnen gezien!

 Ik ben Raisa de Roodhalsgans en dit is mijn verhaal!

Liefde voor Nederland

Laat ik meteen met de deur in huis vallen: ik houd van Nederland! Dat wil zeggen: ik houd vooral van de Waddeneilanden. Ik ben er per ongeluk terecht gekomen, maar het is achteraf het beste wat me ooit is gebeurd! Of het nu Schiermonnikoog is, waar we vaak eerst terecht komen, of Ameland, wat vaak onze hoofd- en eindbestemming is: ik vind het heerlijk! De rust, de voedselrijke, zilte graslanden, het wad voor een bad en heerlijk wier. De eilanden bieden de ideale mix voor ganzenwellness op hoog niveau! Ik heb mijn partner inmiddels ook overtuigd. Zo pendelen we nu jaarlijks met steeds weer nieuw kroost heen en weer tussen onze broedplek op het Russische schiereiland Taymyr en het Friese Wad.

Gratis bescherming

Hoewel ik netto meer tijd van mijn leven in Nederland doorbreng, ben ik toch echt Russisch. Ik kan proberen uit te leggen waar op Taymyr ik precies ben geboren, maar aangezien er geen plaatsen, dorpen of nederzettingen van enige importantie ook maar een beetje in de buurt liggen, zal ik me die moeite besparen.

Een badderende roodhalsgans.
Een badderende roodhalsgans. Fotograaf: Martijn Bot

Ons nest lag op de toendra, dichtbij zeven andere Roodhalsganzennesten en nabij een vrij steile heuvel. Dat is niet iets om heel verwonderd over te zijn, maar misschien verbaast je wel wie daar onze meest nabije buur was: een paartje Slechtvalken! Dichtbij één van de snelste en meest gevreesde roofvogels broeden klinkt als een poging tot zelfmoord, maar het is juist precies het omgekeerde.

Slechtvalken negeren ons meestal compleet. Ze hebben het op heel andere prooien voorzien. Ze zijn echter zo agressief dat vijanden die we wel moeten vrezen meestal niet in de buurt durven komen. Je moet daarbij vooral denken aan Poolvossen… Zij zijn de schrik van bijna alle vogels op de toendra, maar ook Sneeuwuilen zijn vreselijk. Vooral in jaren met weinig lemmingen zijn wij, of beter gezegd onze jongen, vaak de klos. Zeker als we geen goede voorzorgsmaatregelen treffen. Dat doen we dus door dichtbij Slechtvalken te nestelen. Zo krijgen we gratis, ongevraagd maar zeer welkome bescherming en hebben we een grotere kans om jongen groot te krijgen.

Broedtijd

Wij beginnen meestal in juni met broeden. Voor die tijd heeft het nog geen zin aangezien de toendra dan nog grotendeels bevroren is. Later moet ook niet want dan is er weer niet voldoende tijd voor onze jongen om groot en sterk genoeg te worden om de reis naar Nederland aan te kunnen. Timing is dus erg belangrijk en aangezien we in Nederland veel makkelijker aan eten komen, wachten we in mei altijd zo lang mogelijk met ons vertrek naar Rusland. Zo kunnen we in de best mogelijke conditie aan de reis beginnen en kunnen we in Rusland snel en efficiënt aan de broedperiode beginnen.

Paartje Roodhalsganzen.
Twee volwassen roodhalsganzen. Fotograaf: Martijn Bot

Mijn partner is al sinds jaar en dag Ruslov. Tijdens het broeden houdt hij een oogje in het zeil. Hij probeert vijanden bij me weg te houden, maar het broeden doe ik alleen. Wanneer de jongen er zijn – en dat zijn er vaak zo’n zes – is het zaak om ze zo snel mogelijk zo groot mogelijk te krijgen en dat doen we wel samen. Daarnaast is het zaak om ze liefdevol en beschermend op te voeden maar tegelijk nog niet al te zeer aan ze te hechten.

De eerste weken zijn ze kwetsbaar. Ondanks dat we er zelf alles aan doen, lukt het nooit om alle jongen mee te krijgen naar Nederland. Er sneuvelen er altijd wel enkele, soms door ziekte, soms omdat ze simpelweg het onderspit delven bij hun sterkere en assertievere broertjes en zusjes en soms door eerdergenoemde rovers. We zijn inmiddels door het leven gehard en houden hier rekening mee.

Toch is het de laatste jaren steeds gelukt om minimaal drie kinderen met ons mee te nemen naar Schiermonnikoog. We arriveren daar bijna altijd rondom dezelfde datum: 16 oktober. Waarschijnlijk vertel ik jullie niets nieuws. Vrij snel nadat we zijn aangekomen zien we altijd mensen met verrekijkers, telescopen en camera’s op ons gericht. Altijd leuk om zo welkom te worden geheten door mensen die ons weten te waarderen! Naar de Rotganzen om ons heen kijkt men nauwelijks om. Dat doet ons ego goed en het is natuurlijk ook nog eens volkomen terecht!

Twee roodhalsganzen met jongen.
Twee roodhalsganzen met jongen. Fotograaf: Martijn Bot

Buitenbeentje of trendsetter?

De eerste keer dat we hier als familie terecht kwamen was in 2016. Ik was in 2015 namelijk een keer afgedwaald waardoor ik op het moment dat besloten werd om Rusland te verlaten en op weg te gaan naar de wintergebieden, bij Rotganzen terecht kwam in plaats van bij mijn soortgenoten. Aangezien alleen vliegen veel te riskant is, heb ik toen maar besloten me bij hen aan te sluiten. Zo kwam ik voor het eerst en min of meer per ongeluk in Nederland terecht. Die winter was echter heerlijk en ontspannen! In topconditie en met een goed gemoed vond ik in juni mijn broedgebied terug en ontmoette ik Ruslov. Ik had onmiddellijk de vaste overtuiging dat ik ook de winter die in het verschiet lag weer naar Nederland zou gaan. Of ik een buitenbeentje of een trendsetter ben weet ik niet en kan me eigenlijk ook niet veel schelen.

Een trendsetter ben ik bij mijn kinderen in ieder geval niet. In hun eerste jaar hebben ze natuurlijk nog geen keus en vliegen ze gewoon met ons mee. Waar ze daarna heen gaan, mogen ze natuurlijk helemaal zelf weten. Tot nu toe hebben ze er steeds allemaal voor gekozen om met hun eigen partners en de rest van de Roodhalsganzen mee te vliegen richting Roemenië. Zij voelen zich toch het fijnst tussen hun soortgenoten en dat snap ik ook wel. Dat is het enige wat ik wel een beetje mis: contact en aansluiting. Rotganzen zijn best aardig, maar ze zijn in zowel uiterlijk als qua karakter toch net geen Roodhalsganzen. Niet dat ik me superieur voel, maar ze zijn gewoon anders. Het gemis van soortgenoten weegt echter niet op tegen de voordelen en de heerlijkheden van Nederland.

Dit jaar ben ik met vier kinderen weer in Nederland gearriveerd, netjes op tijd en weer op Schiermonnikoog. Intussen zijn we een eilandje opgeschoven en op en rond Ameland zullen we de komende tijd en waarschijnlijk zelfs tot half mei wel blijven.

Kom gerust eens langs om ons te bekijken. We zijn namelijk echt, wild en nog telbaar ook!

Wil je meer weten over deze vogelsoort? Klik dan hier.

2 reacties

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reageer op dit artikel

2 reacties

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze artikelen vind je vast ook interessant: