Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
De roodhalsgans is een trekvogel die broedt in het noorden van Siberië en voornamelijk overwintert in Bulgarije en Roemenië. Een enkeling trekt in gezelschap van andere ganzen mee naar West-Europa. Ieder jaar worden in ons land wel enkele exemplaren waargenomen, vaak te midden van brand-, kol- of rotganzen. De sierlijke tekening en rode kleur spreken erg tot de verbeelding. Te midden van de grauwe, grijze en zwart gekleurde andere ganzensoorten die zich massaal in bijvoorbeeld het Lauwersmeergebied ophouden, is de roodhalsgans een welkome kleurige dissonant.
53-56 cm. Kleine gans met onmiskenbaar patroon van zwart, wit en kastanjerood.
Broedt in Noord-Rusland. Trekt in de winter naar gebieden rondom de Zwarte en Kaspische Zee. In Nederland een wintergast in uiterst klein aantal.
Broedt in zijn leefgebied op kleiige rivieroevers op de hoog-arctische toendra, in rivierdelta’s en minder vaak op kleine eilandjes in meren, meestal nabij roofvogels als sneeuwuil of slechtvalk. In leefgebieden met korte, stevige plantengroei.
Voedsel
Meest grasachtige planten in broedgebied. In wintergebied ook zeekraal, maisstoppels of andere gewassen.
Eieren
Aantal eieren in legsel normaal 6-7, soms 3-10. Crèmeachtig-wit met groene tint. Formaat 63-74,4 x 42,1 x 47,8 mm, gewicht 69,9-81,45 g.
Schril, hard ‘kie kwa’ of ‘ka-ak’.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY