Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Recensie ANWB vogelgids van Europa

Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl

 

De ANWB vogelgids van Europa is en blijft een klassieker. De eerste (Zweedse) uitgave dateert uit 1999 en de eerste Nederlandse vertaling / bewerking kwam in 2000 uit. Alle vertalingen meegerekend zijn er sindsdien anderhalf miljoen exemplaren verkocht. In 2009 verscheen er een nieuwe tweede Zweedse/Engelse editie, met aanzienlijke veranderingen in de taxonomie en dus ook de volgorde van de besproken vogelfamilies en soorten. De vierde Nederlandse (2010) druk was op die nieuwe Engelse editie gebaseerd. De gids werd toen ook dikker: van 400 naar 445 pagina’s en van 722 naar 770 besproken soorten. Daarna volgden nog enkele Nederlandse herdrukken met meest kleinere veranderingen en/of correcties. Wel werden in de zesde druk (2016) enkele nieuwe kleurenplaten en teksten toegevoegd, in navolging van een licht herziene Engelse editie.

Sinds november 2023 is er nu een elfde Nederlandse druk, gebaseerd op de nieuwe Zweeds/Engelse ‘derde editie’ (2022): maar liefst 477 pagina’s met meer dan 900 soorten. De nieuwe editie is dus dertig pagina’s dikker en ik was wel nieuwsgierig naar de veranderingen. Ik heb mijn oude gids (de zesde druk uit 2016) er even bijgepakt en de verschillen bladzijde voor bladzijde doorgelopen. Dat was geen straf, want de illustraties zijn schitterend en de bijschriften heel leerzaam. Op het eerste gezicht lijkt er niet veel veranderd. Veel platen zijn zelfs nog steeds hetzelfde als in de allereerste uitgave, waarvan ik ook een grote Engelse editie op A4-formaat heb. 

Verhuizingen

De grootste uitbreiding kwam voor rekening van Dwaalgasten, waarvan er enkele zijn verhuisd van de lijst achterin het boek naar het binnenwerk, naast of onder de verwante soorten. Dat geldt bijvoorbeeld voor de langstaartroodmus, de zwarte waaierstaart en Perzische roodborst. Ook de Siberische, schoorsteen- en stekelstaartgierzwaluw verhuisden van de sectie Dwaalgasten naar het hart van de gids. Ingevoerde en ontsnapte soorten zijn juist weer verplaatst naar het aanhangsel: rosse stekelstaart en fazant bijvoorbeeld moeten het nu doen met één tekening en een beperkte beschrijving. Niet helemaal consequent is dat de grote Canadese gans, immers ook een exoot, nog in het binnenwerk staat. En wat mij betreft had daar ook de uitgestorven dunbekwulp uit het boek mogen verdwijnen. De reuzenalk staat daar immers ook niet meer in. 

Recensie ANWB vogelgids: De sternfamilie is in de nieuwe gids helemaal omgegooid.
De sternfamilie is in de nieuwe gids helemaal omgegooid.

Andere ‘nieuwkomers’ betreffen soorten die zijn gepromoveerd van ondersoort naar soort, neem de Kaspische mees, een afsplitsing van de rouwmees. De hele sternfamilie is helemaal omgegooid en uitgebreid vanuit de nieuwste taxonomische inzichten. De sectie in het boek groeide van 16 naar 22 soorten, mede doordat sommige ondersoorten een eigen status kregen, zoals de Amerikaanse koningsstern en Afrikaanse koningsstern. De soorten staan soms ook wat handiger bij elkaar, zoals het Kaspisch berghoen, Kaukasisch berghoen en het Kaukasisch korhoen, soorten die ook geografisch in hetzelfde gebied voorkomen. 

Tekeningen

Al die vogels vroegen natuurlijk ook weer om nieuwe tekeningen, maar ook in bestaande platen blijkt er her en der wat veranderd. Bij verschillende soorten zijn relevante tekeningen toegevoegd die helpen bij de determinatie. Een voorbeeld zijn de vluchtbeelden van Laplanduil en Oeraluil, zodat de donkere respectievelijk de gebandeerde staarteindband zichtbaar worden, of de toevoeging van juvenielen, zoals bij de appelvink.

Op verschillende platen hebben de tekenaars extra schetsen toegevoegd van de biotoop van de vogel. Die tekeningen voegen echt iets toe. Zo zien we een plaatje van een assertieve sperweruil die een eland wegjaagt uit de buurt van de jongen. En ik wist ook niet dat een kuifmees voorovergebogen een ‘vals gezicht’ heeft. Ook gedrag krijgt soms aandacht, bijvoorbeeld bij de tekening van de matkop, die – in tegenstelling tot de glanskop – zelf een nest kan uithakken in een rotte boomstam. 

Recensie ANSB vogelgids,

Kill your darlings

Soms gingen de toevoegingen ten koste van een bestaande tekening. De gorzen hebben bijvoorbeeld allemaal een biotooptekening gekregen. Maar het karakteristieke vliegbeeld van de grauwe gors, met de bekende hangende pootjes, is daardoor helaas verdwenen. Nog een voorbeeld: bij het smelleken is de ondersoort pallidus toegevoegd en een tekening van een zittende juveniel. Daardoor moest de vliegende sperwer, die stond afgebeeld naast het vliegbeeld van het smelleken, plaatsmaken.

Het zal voor de samenstellers vaak letterlijk ‘kill your darlings’ geweest zijn. Ook vind ik het jammer dat het overzichtje van de vliegbeelden van de duikers is verdwenen. Als je een gids een tijdlang intensief hebt gebruikt, vallen dit soort dingen je op. Een duidelijke verbetering zijn de kleuren van de blauwstaart, die er nu werkelijk uitknallen. De ortolanen zijn dan juist weer minder fel gekleurd dan in de oude editie (en in het echt). Het zijn geen nieuwe tekeningen dus misschien is dit een beïnktingsfout in mijn exemplaar. 

Niet alle nieuwe tekeningen vind ik een verbetering. Zo heeft de zwarte specht een ronde kop gekregen, terwijl het karakteristieke beeld van een zwarte specht op een boomstam juist hoekig is. Zo staat die immers ook op het plaatje erachter. De tekeningen zijn prachtig en in dezelfde stijl uitgevoerd, terwijl die toch door twee verschillende tekenaars gemaakt zijn, Dan Zetterström en Killian Mullarney. Onderaan elke pagina kun je aan de initialen zien wie ze gemaakt heeft. Toevallig ontmoette ik Killian Mullarney eens in het nationaal park Monfragüe in Extremadura, Spanje. Hij zat op een helling tegenover een rotswand en was bezig om een vale gier na te tekenen. ‘Ik teken altijd vogels in het veld,’ zei hij. ‘Dat geeft meer levensechte resultaten’. Bij deze nieuwe editie heeft ook een jonge tekenaar meegewerkt: Hans Larsson, die tekende voor enkele dwaalgasten.

Recensie ANWB vogelgids: De blauwstaart zoals die in de nieuwe gids staat afgebeeld.
De blauwstaart zoals die in de nieuwe gids staat afgebeeld.

De teksten

In de beschrijvingen zijn de nieuwste inzichten op het gebied van de taxonomie en soortnamen verwerkt. Kaffergierzwaluw heet nu bijvoorbeeld pijlstaartgierzwaluw. Nederland en België krijgen veel aandacht in de teksten. Het voorkomen is bijgewerkt tot medio 2022.

Sinds de allereerste editie zijn de meeste vertalingen en bewerkingen van de hand van de bekende vogelaars Arnoud van den Berg en André van Loon. Aan de zesde druk heeft ook Ger Meesters meegewerkt. De vertalingen van de nieuwe en herziene teksten in het hoofdgedeelte van deze elfde druk werden weer verzorgd door André van Loon, terwijl Arnoud van den Berg de Dwaalgasten achterin voor zijn rekening nam. Een mogelijke verbetering zou zijn het toevoegen van Engelse soortnamen. (Alleen al om die reden neem ik vaak mijn oude Lars Jonsson mee naar het buitenland, waar de Engelse, Duitse en Franse namen wel in staan.) Maar daar is in de huidige opzet geen plaats voor. Gelukkig staan die wel in het register, zodat je toch met een buitenlandse vogelaar kan communiceren

Het dilemma

Er zijn mensen die iedere keer de nieuwe editie kopen van de gids waaraan ze gewend zijn, maar de minder gefortuneerde vogelaar staat voor een dilemma: is de nieuwe editie de aanschaf waard? Volmondig ja, als je up-to-date informatie wilt hebben van de laatste stand van zaken. (En geef je oude gids dan aan je nichtje.) Maar mocht de blauwstaart, de Heuglins meeuw of het Liechtensteins zandhoen je niets zeggen, dan kun je beter een instapgids kopen zoals de Zakgids Vogels van Nederland en België, met 300 soorten, zodat je de weg niet kwijt raakt. 

Lars Svensson, Killian Mullarney, Dan Zetterström. ANWB Vogelgids. Vertaling en bewerking Arnoud B. van den Berg, André J. van Loon, Frank G. Rozendaal. Kosmos Uitgevers,11e, herziene druk 2023, 477 pagina’s, € 42,50.

10 reacties

  1. Dank voor prima recensie, Dick. Een enkele opmerking: het is juist wél consequent dat Grote Canadese Gans in het binnenwerk staat. Het komt nl geregeld voor dat wilde exemplaren van Noord-Amerikaanse populaties Europa bereiken. Dat is zelfs bewezen door in Amerika geringde exemplaren die in Brittannië terechtkwamen. Dat hier ook grote populaties van geïntroduceerde vogels zijn, doet daar niets vanaf.

  2. Heldere vergelijking, daar heb ik wat aan. Ik doe het nog met de vierde druk (2010) en overweeg toch na het lezen van deze recensie om de laatste versie alsnog aan te schaffen.
    Uiteraard heb ik ook nog wat andere gidsen en hoe goed die ook soms zijn, ik blijf steeds teruggrijpen naar de ANWB.
    …nog kleine opmerking, bij Monfragüe staat het trema op de u, niet op de e…

  3. Voor in het veld is de app die, tegen betaling, van deze gids bestaat ook zeker aan te bevelen. Dan krijg je de Engelse namen erbij, maar ook de geluiden en filmpjes.

    1. Goeie aanvulling. Ik gebruik de app (Collin’s) Bird Guide) zelf ook naast het boek, inclusief alle geluiden en filmpjes. Deze is inmiddels is ook aangepast aan de’derde’ editie (al ontbreken nog filmpjes van de nu verhuisde dwaalgasten). Het prettige aan die app is dat die doorlinks naar de BWP-app, met daarin de integrale tekst van het 9-delige handboek Birds of the Western Palearctic (de ‘Cramp’). Ook deze is weer geüpdated naar aanleiding van die derde editie.

    1. Het zal zeker niet de laatste uitvoering zijn. Taxonomie, onder andere door genetica, èn veranderende inzichten in naamgeving gaan snel. Maar deze editie is wel een grote verandering. De komende jaren zullen we het hiermee moeten doen.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reageer op dit artikel

10 reacties

  1. Dank voor prima recensie, Dick. Een enkele opmerking: het is juist wél consequent dat Grote Canadese Gans in het binnenwerk staat. Het komt nl geregeld voor dat wilde exemplaren van Noord-Amerikaanse populaties Europa bereiken. Dat is zelfs bewezen door in Amerika geringde exemplaren die in Brittannië terechtkwamen. Dat hier ook grote populaties van geïntroduceerde vogels zijn, doet daar niets vanaf.

  2. Heldere vergelijking, daar heb ik wat aan. Ik doe het nog met de vierde druk (2010) en overweeg toch na het lezen van deze recensie om de laatste versie alsnog aan te schaffen.
    Uiteraard heb ik ook nog wat andere gidsen en hoe goed die ook soms zijn, ik blijf steeds teruggrijpen naar de ANWB.
    …nog kleine opmerking, bij Monfragüe staat het trema op de u, niet op de e…

  3. Voor in het veld is de app die, tegen betaling, van deze gids bestaat ook zeker aan te bevelen. Dan krijg je de Engelse namen erbij, maar ook de geluiden en filmpjes.

    1. Goeie aanvulling. Ik gebruik de app (Collin’s) Bird Guide) zelf ook naast het boek, inclusief alle geluiden en filmpjes. Deze is inmiddels is ook aangepast aan de’derde’ editie (al ontbreken nog filmpjes van de nu verhuisde dwaalgasten). Het prettige aan die app is dat die doorlinks naar de BWP-app, met daarin de integrale tekst van het 9-delige handboek Birds of the Western Palearctic (de ‘Cramp’). Ook deze is weer geüpdated naar aanleiding van die derde editie.

    1. Het zal zeker niet de laatste uitvoering zijn. Taxonomie, onder andere door genetica, èn veranderende inzichten in naamgeving gaan snel. Maar deze editie is wel een grote verandering. De komende jaren zullen we het hiermee moeten doen.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze artikelen vind je vast ook interessant: