Rode Lijst
Dit jaar, 2024, is uitgeroepen tot het ‘Jaar van de huismus’. Huh? Precies! De vogel staat namelijk al twintig jaar op de Rode Lijst van bedreigde broedvogels.
Bij mij in de regio is het voor wie een beetje om zich heen kijkt, wel duidelijk dat de mus al een tijdje in een dip zit. Behalve bij horecagelegenheden zie je ze nauwelijks meer. Sterker nog: tijdens de afgelopen tien jaar heb ik er tijdens mijn MUS-tellingen niet één meer kunnen noteren (voor de goede orde: MUS staat voor ‘Meetnet Urbane Soorten’, waarvan de mus dus slechts één mogelijkheid is).
Volgens de laatste schattingen van Sovon zijn er momenteel tussen de 600.000 en een miljoen broedparen in Nederland. Dit is gelukkig weer wat meer dan rond de eeuwwisseling, maar nog steeds ruim 25% minder dan midden jaren tachtig.
Verraderlijke aantallen
En bij die op zichzelf nog forse – en inmiddels licht stijgende – aantallen zit nou net de kneep. Want met dergelijke getallen loop je het gevaar dat sommigen denken: ‘hoezo gaat het slecht met de mus? Ik zie ze elke dag hoor!’ Er zijn zelfs politici die op deze manier proberen de betrouwbaarheid van onafhankelijk onderzoek in diskrediet te brengen en kiezers ervan te overtuigen dat al dat gemekker over de natuur gewoon overdreven onzin is. En daarmee zonde van de aandacht en zonde van het geld. Dat kunnen we toch beter gebruiken om snelwegen te verbreden en ‘leuke dingen voor de mensen’ te doen?
En eerlijk is eerlijk: mediageniek is natuurlijk anders. We lezen liever over de laatste kuifleeuwerik, het continu (en schijnbaar tevergeefs) aanvoeren van verse korhoenders uit Scandinavië ‘in de hoop dat’, of over de schrikbarende achteruitgang van de veel fotogeniekere grutto, nota bene onze nationale vogel.
Aandacht voor een vrij kleurloze vogel, waarvan er bovendien nog ‘genoeg’ zijn? Daar lopen de media logischerwijs niet massaal warm voor. Dat brengt immers geen extra clicks en daarmee inkomsten. Over die mus berichten we dan wel als de laatste, hoogstwaarschijnlijk bij een pannenkoekenhuis, definitief is omgevallen.
De niet-vogelaar, ook wel ‘de gewone man of vrouw’ genoemd, zal door dit alles vermoedelijk niet op zijn of haar netvlies hebben dat het niet al te best is gesteld met onze huismus. En neem het hem/haar maar eens kwalijk.
Zendingswerk
Aan ons vogelaars én fotografen dus de schone taak het woord te verspreiden! En dat is beslist niet zinloos, want het mooie is dat juist iedereen kan bijdragen aan een goede leefomgeving voor de huismus. Daarvoor hoef je helemaal geen hardcore vogelaar of onderzoeker te zijn. Richt je tuin of balkon gewoon een beetje ‘musvriendelijk’ in of doe mee aan de jaarlijkse tuinvogeltelling zodat de mussenstand nog beter kan worden gemonitord (meer informatie over wat je allemaal kunt doen vind je op www.vogelbescherming.nl/jaarvandehuismus).
Kortom: er is zendingswerk te verrichten! Op het werk, in de sportschool, op familiefeestjes of gewoon bij de bushalte: overal is wel even tijd om het wel en wee van de mus ter sprake te brengen.
En ook degenen die liever vogels fotograferen kunnen hun steentje bijdragen: in plaats van ‘en masse’ uit te rukken naar een plukje pestvogels kun je ook eens wat beter kijken naar de huismus. Fotografisch, met een beetje fantasie, net zo uitdagend en interessant. Levert vast veel mooie plaatjes, en daarmee extra aandacht op.
Met wat meer en bredere waardering voor de huismus, zullen hopelijk meer mensen het welzijn van deze vogel op hun netvlies krijgen en hun steentje bijdragen. Hoe moeilijk kan het zijn?
Daarom dus: weg met die soort! (Van de Rode Lijst bedoel ik dan hè?)
5 reacties
Bij ons zitten er soms wel vijftig tot zestig van deze gezellige kwetteraars in de tuin. Voorbijgangers kijken altijd vol verbazing waar dat getsjilp vandaan komt. Ze denken vast dat er een volière bij ons in de tuin staat. Het is een waar genot om naar te kijken en te luisteren.
Ik heb vandaag ook een blogje over de huismus gepubliceerd, met name omdat het de vogel van 2024 is: https://www.mijnblogje.nl/20240115/huismus/
Laten we hopen dat het tij voor de huismus en andere vogels gaat keren en we er nog heel lang van mogen genieten.
Inderdaad, bij ons in de tuin weinig mussen.
Ik ben al jaren fan van gewone tuinvogels, zoals de mus. Geef ze jaarrond voer. Zal dit jaar eens mee foto’s van mussen posten. Wie weet helpt het.
Prachtig pleidooi voor de huismus. Het doet me meteen denken aan de warme woorden van Jac.P.Thijsse, (voor mij de grote voorganger in mijn vogelaarsbestaan) over de “verborgen” schoonheid van de huismus.
Ik geniet als vogelaar enorm van “gewone” vogels en ik ben dus absoluut geen “twitcher” of hoe dat ook mag heten. De opmerking over die pestvogels sprak me dan ook meteen aan.
Prachtig, dankjewel