Mijn tante Gré werd tijdens het uitlaten van haar hondje bruut overvallen in het Vroesenpark. Het was ruim na middernacht. Je kunt je afvragen wat mijn tante daar op dat tijdstip uitspookte, maar dat is een ander verhaal. De overvallers troffen de verkeerde persoon. Mijn tante had haar op haar tanden en ging de overvallers te lijf. Die wisten niet hoe snel ze moesten opsodemieteren. In een paar zinnen heb je zo een ‘clear picture’ van mijn tante.
De oudste zus van mijn vader had een muskuseend als huisdier. Dat lijkt niet bijzonder, wel als je je realiseert dat tante Gré driehoog achter in Rotterdam Blijdorp woonde. In de Bijlwerffstraat om precies te zijn.
Een idioot sloeg ooit een nest eieren kapot. Uit één van die eieren kroop wonderwel een levend wezentje dat mijn tante liefdevol opving en grootbracht. De ouders van het kuikentje hadden wij nooit gezien, dus we fantaseerden er driftig op los wat voor een eend het zou gaan worden. Wilde ideeën van brileider, harlekijneend tot blauwvleugeltaling kwamen voorbij. Het werd een muskuseend. Ook leuk. Waag het niet te zeggen dat muskuseenden geen beautys zijn, dan loop je te koop met je wansmaak.
Mijn tante had niet alleen een eend als huisdier, ook een hond, een konijn, twee katten, vijfentachtig cavia’s en twee reusachtige sluierstaarten. Die cavia’s waren heel bijzonder. Ze kweekte een kleurvorm, chocoladebruin of zo, die alleen zij bezat. Daar bezocht ze shows en won ze prijzen mee. Ik kan daar hele verhalen over vertellen (zo moesten wij van mijn tante, op vogelvakantie in de Pyreneeën, elke dierenzaak afspeuren op haar kleurvorm, inclusief instructie hoe de kopvorm er uit moet zien, hetgeen wij zonder resultaat trouw deden), maar dat doe ik niet. Mijn tante had ook een excentrieke buurvrouw, altijd in zwart leer gekleed, die wij ‘Leder Ko’ noemde. Dat terzijde en niet ter zake doende. Wel leuk om te vermelden.
Die eend, door ons Gré-eend genoemd, vloog elke dag een rondje door de woonkamer, voor de rest van de dag zat ze een beetje suf onder de tafel in de woonkamer. De vloerbedekking door het hele huis was met plastic afgeplakt, je snapt wel waarom. De muskuseend was weinig zindelijk.
Eens per jaar, in het vroege voorjaar, was onze eend broeds en zij zat dan een paar weken te broeden op een stel onbevruchte eieren in de keuken. Zoon Phiel had het hele jaar een goede band met die eend, echter in de broedtijd hoefde hij het niet te wagen in de keuken te komen. Dan was mijn neef in de ogen van die muskuseend de vleesgeworden vos van de Bijlwerffstraat. Als na zo’n drie weken het broedseizoen achter de rug was, was alles weer koek en ei tussen neef Phiel en onze eend.
Laat gezegd zijn dat het houden van een eend op een bovenwoning geen goed idee is. Helaas is mijn tante Gré recent overleden. Een markant figuur is niet meer. Tijdens haar begrafenis op Hofwijk, om precies te zijn tijdens een indrukwekkend dankwoord van neef Phiel, vloog er een groep kolganzen over.
Toeval? Te ver gezocht? Voor mij zal elke muskuseend een Gré-eend zijn…
3 reacties
Leuk verhaal! I like them, de Muskes eenden bij ons in het park te Emmeloord- kleurrijk, vriendelijk en niet schuw. Fotogeniek!
Beste M
Wat een fantastisch verhaal
Vriendelijke groeten Henny Kleinmeulman
Mijn moeder en ik zijn 60 jaar geleden in het voorjaarszonnetje in het Villapark in Velp (Gld.) aangevallen door enkele Muskus-eenden en sindsdien (ik was 5) noem ik die eendensoort daarom “Loeder-eend”…
Nú, dankzij dit artikel, begrijp ik, dat het waarschijnlijk is, dat wij in het broedseizoen op dat bankje in het park zaten en dat de verre familieleden van Gré-eend vonden dat we in hun territorium zaten en daar subiet verwijderd dienden te worden. Heb ik na 60 jaar toch inzicht in die agressieve aanval gekregen en daarmee begrip voor hun actie.