‘Less is more’ is een manier van fotograferen binnen de vogelfotografie. De algemene uitleg van ‘less is more’ om zoveel mogelijk (storende) elementen uit je foto weg te laten, zodat het onderwerp, de vogel, optimaal tot uitdrukking komt. Mooie egale achtergrond, laag standpunt, niet teveel scherpte diepte enz. De Amerikaan Arthur Morris is hier groot mee geworden.
Ik heb een heel andere interpretatie van ‘less is more’. Mijn opvatting is dat het onderwerp in de foto zo klein mogelijk aanwezig is: Dit is de tegenovergestelde manier hoe vogelfotografen vaak werken. Meestal willen ze het onderwerp juist zo groot mogelijk in beeld brengen.
Bij ‘less is more’ heeft de omgeving waarin het onderwerp verblijft een belangrijke rol. Het resultaat is een vogel in zijn leefomgeving. De achtergrond moet passen in het geheel en ‘an sich’ al boeiend van zichzelf zijn. Het onderwerp is dan als het ware een extraatje in de foto. Een ‘less is more’-foto lijkt gemakkelijk te maken, maar de praktijk is weerbarstiger. Zo zijn er al snel ongewenste elementen in de achtergrond zichtbaar en dat willen we nu juist niet. Daarnaast is een geschikte compositie bij een ‘less is more’-foto van groter belang dan bij een standaard opname met een telelens. Kortom een ‘less is more’-foto is nog niet zo eenvoudig te maken”.
Twee manieren om een ‘less is more’ foto te maken
Een ‘less is more’-foto kun je op twee manieren worden maken, namelijk met een telelens of met een
groothoeklens. Gebruik je een telelens, dan is het zaak om afstand te houden tot het onderwerp. Het
onderwerp ‘mag’ namelijk niet te groot in beeld zijn. Om te voorkomen dat de foto een zoekplaatje
wordt, is het handig dat het onderwerp op de één of andere manier toch opvalt in de foto. Dat kun je
bijvoorbeeld creëren door de vogel te fotograferen tegen een anders gekleurde achtergrond. Tenzij
het natuurlijk een bewuste keuze is om van de foto een zoekplaatje te maken.
Gebruik je een groothoeklens om je ‘less is more’- foto te maken, dan is het soms van belang zo dicht
mogelijk in de buurt van je onderwerp te komen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk.
Toch is dit in sommige gevallen best te realiseren. Bepaalde vogels zijn tam en kennen weinig angst
voor mensen. Andere vogels komen steeds terug op eenzelfde plek, omdat ze daar bijvoorbeeld
drinken of voedsel zoeken. Op zo’n locatie kun je dan een groothoeklens plaatsen en de camera van tevoren scherp stellen en op afstand bedienen. Een draadloze ontspanner is daarbij een handig
hulpmiddel. In sommige situaties is het niet nodig om dicht bij de vogel zelf te komen. Let er dan op
dat de vogel in ieder geval herkenbaar in beeld is.
Een ‘less is more’-foto komt vaak niet toevallig tot stand. Een projectmatige aanpak met goede voorbereiding gaan er aan vooraf. Observeer je onderwerp grondig. Monitor structureel, zo ken je leer je het gedrag van je onderwerp kennen en herken je patronen. Voer regelmatig en op vaste tijden. Een tijdje een ‘imitatiecamera’ plaatsen in de vorm van een jampotje en een zwart doosje er om heen kan ook bijdragen aan het vertrouwen van het onderwerp. Bepaal van te voren wat je precies wilt fotograferen en in welke omstandigheden. Hier een nachtje (of meer) over slapen kan geen kwaad. Zijn die omstandigheden naar je zin kun je tot actie over gaan. Wees niet snel tevreden.