In ons land komen verschillende soorten zwaluwen voor waarvan de boerenzwaluw, huiszwaluw en oeverzwaluw de bekendste zijn. Gierzwaluwen zijn geen echte zwaluwen dus die worden hier buiten beschouwing gelaten en komen een andere keer aan bod. De roodstuitzwaluw en rotszwaluw horen wel in het rijtje van de andere drie, maar zijn te zeldzaam in ons land en worden ook niet besproken. Bij goede lichtomstandigheden zijn deze drie zwaluwen vrij eenvoudig uit elkaar te houden, maar bij slecht licht en jonge vogels zijn wat lastiger te determineren.
Boerenzwaluw
De boerenzwaluw is veruit de talrijkste met de laatste vogelatlas (Sovon 2018) zo’n 210.000-280.000 broedparen. Het is een echte vogel van het platteland en is dan ook sterk aan boerderijen gebonden. Het liefst nestelen ze onder balken in een (open) schuur waar ze een half open nest maken vlak onder het dak. Volwassen vogels zijn overwegend blauw glanzend op de rug met een lange staart en met een lichte roomkleurige buik en een rood gezicht. Dat rood is bij slecht licht meestal niet goed te zien, en dan lijkt het alsof ze een donker kopje hebben. Dat onderscheidt ze op afstand van de huis- en oeverzwaluwen die een lichte keel hebben.
Huiszwaluw
De huiszwaluw is een stuk schaarser dan de boerenzwaluw met in de vogelatlas een geschat aantal van 70.000-100.000 broedparen. De huiszwaluw is een echte kolonievogel die het liefst zijn nest onder een (lichte!) dakrand maakt aan de voor- of achterkant van huizen in dorpen en steden. Meestal worden nestplaatsen jarenlang gebruikt en worden de nesten tegen elkaar aan gemaakt. De huiszwaluw wordt ook wel vliegende orka genoemd vanwege de donkere bovendelen en lichte onderdelen. Kenmerkend is verder de witte stuit die bij jonge vogels nog niet zo heel helder wit is. Verder heeft een jonge huiszwaluw een vaag lichtbruinig borstbandje waardoor hij op een oeverzwaluw lijkt. De huiszwaluw heeft zoals gezegd een volledig witte onderkant met wit dat doorloopt tot de snavel. Het staartje is kort en licht gevorkt (maar let op, jonge boerenzwaluwen hebben ook een korte licht gevorkte staart!). Huiszwaluwen zijn altijd in dorpen en steden te vinden en broeden ook wel onder bruggetjes in bijvoorbeeld dorpsvijvers.
Oeverzwaluw
De zeldzaamste van de zwaluwen is de oeverzwaluw met zo’n 20.000-30.000 broedparen volgens de vogelatlas. De oeverzwaluw is een echte pionierssoort die meestal gebruikt maakt van tijdelijk geschikte locaties zoals zandafgravingen en bouwdepots op industrieterreinen. Ze maken hun nest graag in steile verticale stevige zand- of kleiwanden bij voorkeur in kolonieverband. Ze graven een hol met horizontale pijp, die wel een meter lang kan zijn. De oeverzwaluw is bruin van boven en licht van onderen. Bij matig licht lijkt de rug donkerder en is verwarring met de andere zwaluwen mogelijk. Adulte vogels hebben een duidelijke bruine borstband die hen onderscheidt van de huis- en boerenzwaluwen, maar jonge vogels hebben niet zo’n duidelijke borstband waardoor ze op jonge huis- en boerenzwaluwen kunnen lijken.
Op onderstaande tekeningen uit het boek Vogels Vergelijken staan de verschillen en overeenkomsten nog eens uitgelegd.