Een grauwe klauwier in de natte heide van het Meerstalblok. Na een regenbui jaagt hij vanaf uitkijkposten dicht bij de grond. Fotograaf: Bert Ooms
In 1968 kocht Staatsbosbeheer het ‘laatste overgebleven stukje levend hoogveen van Nederland’, gelegen in het 70 hectare grote Meerstalblok, de noordoostelijke hoek van het huidige Bargerveen. Om het hoogveen te redden en nieuw hoogveen te laten ontstaan, moest het waterniveau fors omhoog. Niet alleen in het Meerstalblok, maar ook in omliggende gebieden, om weglekken door grote niveauverschillen tegen te gaan. Het Bargerveen is mede daardoor gegroeid tot een natuurgebied van bijna 2.600 hectare, waarvan ongeveer 2.000 hectare de status heeft van Natura 2000. Door het grote aantal dammen, bekkens en waterbuffers is een bijzonder gevarieerd open landschap ontstaan. Naast het unieke deinende hoogveen vind je er laagveenmoeras, veenplassen, meertjes, natte en droge heidevelden, onder water gelopen afstervend bos en graslandjes met nog de overblijfselen van vroegere bewoning. Door die variatie in biotopen en het rijke voedselaanbod ontwikkelde het gebied zich tot een waar mekka voor vogels, met als meest opvallende verschijning de grauwe klauwier. Het gebied kent een netwerk van wandelknooppunten (WKP’s), waarnaar af en toe verwezen zal worden.
