Alles over ons magazine
Alles over ons magazine
Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Alles over ons magazine
De boompieper laat zich het meest zien en horen in het voorjaar. De mannetjes sloven zich uit met baltsvluchten waarbij ze vlak voor de landing een typisch ‘tsju-tsju-tsju’ laten horen. In najaar vallen ze minder op, maar als je het kenmerkende roepje (‘spiiihz’) eenmaal kent, merk je dat ze veel doortrekken.
15 cm. Lijkt sterk op graspieper. Bovendelen bruin, donker gevlekt en gestreept, borst geel, borst en flanken met zwarte vlekken, buik wit. Bleke wenkbrauwstreep en mondstreep en zwarte baardstreep; keel wit. Staart zwart met witte buitenste staartpennen. Twee smalle witte vleugelstrepen, poten rozig. Geslachten gelijk. Verschilt van graspieper door geprononceerder koppatroon met vaak onduidelijke donkerder lijn rond oorstreek en donkere èn lichte vlek op achterzijde van oorstreek. Borst vaak geler dan graspieper, poten minder variabel in kleur en meer goudkleurige dan groene tinten in verenkleed. Geluiden verschillend. Buiten broedseizoen alleen of in groepjes, maar groepen zelden zo groot als bij graspieper.
Broedt in grote delen van Europa tot de noordelijke grens van Mongolië. Ontbreekt in het uiterste noorden, zuiden en westen. Westelijke populatie overwintert in een gebied van West-Afrika tot Ethiopië, in Oost-Afrika, Zuid- tot West-Angola, Noordoost-Botswana en Noordoost-Afrika. Oostelijke populatie trekt naar India. In Nederland zomergast.
In open gebieden met dichte, lage vegetatie met verspreide struiken en bomen. Vaak langs bosranden, kaalkappen en jonge aanplant.
Voedsel
Voornamelijk ongewervelden, ook af en toe zaden. Foerageert voornamelijk op de grond.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-6, soms 8. Buikig. Glad en glanzend. Zeer variabel in kleur. Grondkleur grijs, blauw, groen, geelbruin, bruin of roze. Wisselend gelijkmatig gespikkeld, gevlekt en gestreept of geconcentreerd in een zone rond de stompe pool in donkerbruin, olijf, zwart of roodbruin. Soms verschijnen dunne, haarfijne zwarte strepen. Formaat 20,7 x 15,6 mm.
Roep metalig, soms wat vibrerend ’tzieie’ of ’tzzzz’. Zang, in baltsvlucht of vanaf zitplaats, begint als zang van graspieper, maar eindigt met kanarie-achtige triller en langzamer ‘siea siea siea’, waarbij vogel als parachute naar beneden zeilt.
Wie droomt er niet van om aan een parachute neer te dalen naar de aarde, onderwijl genietend van het prachtige uitzicht? De boompieper heeft dat hulpmiddel niet nodig, die is zelf de parachute. Fluitend zeilt hij naar beneden, al is het de vraag of de boompieper er net zo van geniet als de mens.
Een typische pieper met bruine, donker gestreepte rug (1) en warmbeige, krachtig gestreepte borst (2). De buik is wit, met dunne strepen op de flank (3). Poten roze-achtig (4). Duidelijke wenkbrauwstreep en mondstreep (5).
De boomleeuwerik is net zo groot, maar heeft een kortere staart en brede, crèmekleurige wenkbrauwstreep, die doorloopt tot in de hals. Zit zelden in een boom.
Lijkt veel op de boompieper, maar heeft minder duidelijke wenkbrauwstreep en helderder lichte borst met sterk contrasterende strepen, die doorlopen op de flanken.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY