Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Graspieper

Anthus pratensis

De ‘grapie’ is een wat onopvallende piepersoort. Ze komen in de trektijd veel voor en zijn dan het makkelijkst te herkennen aan het roepje (ist-ist-ist). In de broedtijd sloven de mannetjes zich uit met baltsvluchten, waarbij ze een vaak herhaald zi ten gehore brengen.

Graspieper in tulpenveld
Fotograaf: Kees van der Klauw

Herkenning

14,5 cm. Kleur variabel. Hoofdzakelijk grijsbruin, groenbruin of olijfkleurig, donker gevlekt en gestreept op boven- en onderdelen. Borst met geelbruine zweem, borst en flanken zwaar gevlekt, buik vuilwit. Wenkbrauwstreep, mondstreep en keel vuilwit, smalle donkere baardstreep. Twee wittige vleugelstrepen. Staart donker met witte buitenste staartpennen. Poten roze of grijzig, nooit zo donker als bij oeverpieper. Geslachten gelijk. Vaak zeer moeilijk te onderscheiden van boompieper, behalve op geluid. Andere onderscheidende kenmerken zijn de minder uitgesproken koptekening, terwijl boompieper over het algemeen een geler verenkleed en sterker roze poten heeft. Beide soorten houden zich vaak op de grond op of zitten, met name bij verstoring, op takken. In broedseizoen in paren, buiten broedseizoen meestal in kleine of grotere groepen, samen met andere piepers, leeuweriken, etc.

Verspreiding

Heeft een noordelijke verspreiding; van IJsland en Groenland tot aan West-Siberië. De zuidgrens van het verspreidingsgebied in Europa ligt in Frankrijk. Populaties uit noordelijke gebieden overwinteren zuidelijk tot Noord-Africa en Zuidwest-Azië. In Nederland voornamelijk standvogel.

Biotopen

Voornamelijk in open gebieden met veel lage vegetatie. In de winter ook in andere biotopen, maar altijd in de buurt van voldoende dekking in vorm van lage vegetatie.

Levenswijze

Voedsel
Hoofdzakelijk ongewervelden, ook af en toe zaden. Foerageert vrijwel uitsluiten op de grond.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-5, soms 7. Buikig. Glad en glanzend. Verschillend in kleur, minder dan bij boompieper, maar met verschillende opvallende typen – bruinachtig, grijsachtig, of roodachtig. Grondkleur lichtgrijs, geel: bruin, of roze. Gespikkeld en gevlekt met bruin en lichtgrijs, of zo fijn getekend dat ze bijna effen donkergrijs of geelbruin lijken. Soms met zwartachtige haarlijntjes. Formaat 19,8 x 14,6 mm.

Geluid

Roep dun 'iest' en 'tsieiep'. Zang serie van dalende 'tsie'-tonen, versnellend en in triller eindigend, waarbij vogel als parachute naar beneden zeilt.

Laatste waarnemingen

Geluidsopnames

Foto's