Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Zo herken je de aalscholver

Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl

 

Introductie

De aalscholver vangt alleen, maar vooral in groepen zijn dagelijkse kostje vis bij elkaar. In de jaren tachtig en negentig nam de aalscholver flink in aantal toe, maar de laatste tien jaar worden het er juist weer minder. Je kunt deze opvallende vogel overal aantreffen waar water en vis is, tot midden in de stad.

Herken de aalscholver
Fotograaf: Kees van der Klauw

Kenmerken

Aalscholvers zijn viseters en je ziet ze dan ook vaak onderwater naar prooien duiken. Het zijn echte zwemvogels met de poten ver naar achteren geplaatst. Daardoor kunnen ze uitstekend zwemmen maar niet makkelijk lopen. Je ziet ze daarom voornamelijk in het water en daarbuiten hooguit ergens op een paal of op de oever stilzitten. Ze kunnen met hun lange snavel flinke vissen en palingen vangen. De snavel heeft aan het eind een haak en dat is wel nodig ook want daarmee kunnen ze gladde palingen goed vastpakken. Je ziet ze moeite doen om zo’n grote prooi door te slikken en dat gaat niet altijd even makkelijk. Aalscholvers kun je in heel het land tegenkomen, zowel aan de kust als bij water in het binnenland.

 

Herken de aalscholver: Aalscholver probeert een snoekbaars in te slikken.
Aalscholver probeert een snoekbaars in te slikken. Fotograaf: ruilof

 

Nadat ze hun prooi hebben doorgeslikt, zoeken ze een plekje om op te drogen. Aalscholvers drogen hun veren door de vleugels wijd te houden zodat de wind er goed doorheen kan blazen. Ze moeten zorgen dat de vleugels snel drogen want anders kunnen ze minder goed vliegen. Van nature hebben ze weinig vet in de veren zitten. Dat heeft als voordeel dat ze uitstekend onderwater kunnen zwemmen en niet zo makkelijk drijven, maar als nadeel dat de veren daardoor veel water opnemen. Je ziet ze hierdoor ook diep in het water liggen, het lijkt zelfs dat ze veel minder drijfvermogen hebben dan bijvoorbeeld een meerkoet die juist hoog in het water ligt.

Verenkleed

Deze aalscholver zit de veren te drogen.
Deze aalscholver zit de veren te drogen. Fotograaf: Ko Katsman

 

De aalscholver heeft een zwart verenkleed(1) met zwarte poten(2) dat door zonlicht soms prachtig blauw kan kleuren. En je ziet bij de juiste lichtinval ook wel eens een groene en paarse gloed. De onderkant van de snavel tot aan de keel(3) is meestal lichtergekleurd. Van lichtgrijs verloopt de kleur naar geel bij de keel. Het oog(4) is opvallend mooi smaragdgroen gekleurd. Zowel het mannetje als het vrouwtje zien er vanaf de zomer tot in de winter hetzelfde uit, daarna krijgt een volwassen mannetje het broedkleed.

Kleed man

een aalscholver mannetje in broedkleed.
Een aalscholver mannetje in broedkleed. Fotograaf: Hans Diepstraten

 

Nog in de winter, ruim voordat de lente begint heeft het mannetje een zogenaamd broedkleed. De keel en nek hebben lichtgrijze veren en op de flank of dij is een grote witte eivormige vlek te zien. In de zomer na de broedtijd verdwijnt die witte vlek en is de vogel, net als de vrouwtjes weer egaal zwart gekleurd.

Juveniel kleed

Een jonge aalscholver.
Een jonge aalscholver. Fotograaf: Kees van der Klauw

 

Jonge aalscholver hebben in hun eerst levensjaar een veel lichter verenkleed dan de volwassen vogels. Met name de hals, borst en buik zijn lichtgrijs gekleurd. Ook de kop is wat lichter gekleurd. De poten zijn net als bij de volwassen vogels zwart gekleurd maar de rug kleurt meer naar bruin.

Kenmerkend gedrag

Een druk bezette broedkolonie.
Een druk bezette broedkolonie. Fotograaf: A. Soeting

 

Aalscholvers zijn echte koloniebroeders en je ziet al vroeg in het jaar dat ze elkaar opzoeken. Ze broeden meestal in bomen die aan het water staan en met de takken boven het water hangen. De grote platte nesten worden al in januari gebouwd en dan kan het broedseizoen starten. De nesten worden vrij dicht bij elkaar gebouwd soms ook samen met blauwe reigers die net als aalscholvers ook koloniebroeders zijn.

Als een aalscholver in de kolonie arriveert, maken de andere aalscholvers een soort knorrend geluid waarmee gezegd wordt dat hij gezien is, niet al te dichtbij moet komen en op zijn eigen tak moet gaan zitten.

Gelijkende soorten

Kuifaalscholver.
Kuifaalscholver. Fotograaf: Josephine

 

Kuifaalscholvers zijn ongeveer een kwart kleiner dan de gewone aalscholver. Met name de onderkaak en keel zijn geel en meer bevederd dan bij de gewone aalscholver en hij heeft een flinke kuif. De gewone aalscholver heeft ook een klein kuifje maar minder uitgesproken dan de kuifaalscholver. De snavel is kleiner en dunner dan de snavel van de gewone aalscholver. De snavelbasis is meer bevederd en heeft een flinke heldergele vlek.

Wist je dat?

  • Aalscholvers vooral minder commerciële vissen zoals pos, baars en voorn eten.
  • Daarmee een veel minder grote bedreiging voor de commerciële visvangst zijn dan wordt gezegd.
  • Ook wel schollevaar of waterraaf wordt genoemd.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *