Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl
Turkse tortels zijn niet bepaald vogels waar vogelaars hun verrekijker voor oppakken, laat staan dat ze de tijd nemen om eens goed te luisteren naar de geluiden die ze maken. Jammer, want de Turkse tortel is een uitstekende soort om het leren onderscheiden van vogelgeluiden mee op te pakken, te beginnen met die van de duiven. Turkse tortels zijn nooit ver weg en vrijwel het hele jaar door te horen, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Ook voor gevorderde vogelaars vallen er nog nieuwe dingen te ontdekken aan de zang van de Turkse tortel.
De Turkse tortel zingt een motief dat bestaat uit drie lettergrepen: een korte toon, daarna een lange en tot slot weer een korte, die abrupt eindigt. Binnen het motief ligt de nadruk meestal op de tweede lettergreep en dat klinkt dan als oo HOO o, maar hij kan ook op de eerste lettergreep liggen, OO hoo o. De Engelsen gebruiken als ezelsbruggetje ‘I love you’. Een zangstrofe bestaat uit drie tot vijftien herhalingen van het motief, met steeds een korte pauze tussen de motieven. De zangstrofen zelf kunnen veelvuldig herhaald worden, met korte of langere pauzes ertussen.
Op of nabij het nest of potentiële nestlocatie, zingen Turkse tortels hetzelfde, herhaalde motief, oo HOO o, maar dan met beduidend langere pauzes tussen de motieven.
Beide zangtypen worden met name door het mannetje voortgebracht, maar ook het vrouwtje kun je soms horen zingen, bijvoorbeeld op het nest in beurtzang met het mannetje. Haar zang klinkt wat hoger dan die van het mannetje.
In geval van opwinding, bijvoorbeeld opgeroepen door een rivaliserend mannetje in de nabijheid, roept een Turkse tortel een agressieroep. Het is een langgerekt, nasaal en dalend ghèèèh, soms enkele keren herhaald. Deze klinkt meestal na een baltsvlucht, tijdens het landen.
Turkse tortels zingen vaak vanaf een opvallende plek: de nok van een dak, een lantarenpaal of boven in een niet al te hoge boom. Een dak heeft als voordeel dat het voldoende ruimte biedt aan het mannetje om tijdens de balts, buigend voor het vrouwtje, zijn zang ten gehore te brengen. Is ze nog niet klaar voor hem, dan schuift ze een nokpan op en loopt hij, al buigend en koerend, achter haar aan: kostelijk om te zien. Of we van de nestkoer iets te zien krijgen, hangt af van de nestlocatie. Dat kan zowat elke enigszins beschutte plek zijn: een conifeer, een vork in een boomkroon, een overkapte vensterbank, een voedertafel op een balkon, etcetera.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Veldgids Vogelzang
Geluiden: app BirdSounds Europe, Henk Meeuwsen.
Reageer op dit artikel
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY