Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl
Kruisbekken zijn bepaald geen algemene vogels. Ze zijn beperkt tot de hoge zandgronden van Nederland maar ook daar dun gezaaid: het gaat alles bij elkaar om enkele honderden broedparen. Maar eens in de zoveel jaren stromen er duizenden kruisbekken ons land in, vanuit noordelijk Europa. Zo’n invasie wordt veroorzaakt door óf een goed broedseizoen (waardoor er veel vogels opgroeien) of een voedseltekort op de broedplaatsen, of een combinatie van beide. Je vindt ze tijdens zo’n invasie niet overal in Nederland, maar vooral in gebieden met veel naaldhout. Hun beide gekromde snavelhelften zijn een ideaal instrument om de dennen- en sparrenzaden uit de kegels te peuteren.
De zang van de kruisbek ligt niet direct in het gehoor. Deze is eerder een mengelmoes van herhaalde simpele motiefjes, variërend binnen een strofe, met de contactroep daarin vervlochten. De roep gaat ook soepel over in de zang en andersom. Tussen de strofen met korte noten door klinkt af en toe een rollertje of een iets langere fluittoon. Het geheel wordt ietwat staccato en met horten en stoten voorgedragen in een droog, scherp timbre, waaraan je merkt dat de kruisbek familie is van de kneu.
Een groep kruisbekken is behoorlijk luidruchtig. Al van ver vallen ze op door hun contactroep, die vaak in korte series wordt herhaald. Er zijn verschillende roepen, hoog, laag, nasaal of juist helder, echter allemaal kort en eenlettergrepig. Op grond van de verschillen tussen de contact-, vlucht- en alarmroepen zijn kruisbekken te verdelen in verschillende vocale typen, die genoemd worden naar hun vluchtroep; glip, tjiep, kiep, kek, wit, jeb, trip, pruup. Of dit ook daadwerkelijke ondersoorten zijn, is onderwerp van nader taxonomisch onderzoek.
Kruisbekken zingen goed zichtbaar vanaf de top of vlak onder de top van een naaldboom, meestal een spar, maar soms ook in een cirkelvormige baltsvlucht. Vaak zijn ze ook aan te treffen bij plasjes water, waaruit ze drinken.
Omdat kruisbekken al vroeg in het jaar broeden, kan een eventuele invasie al in mei verwacht worden.
De zang van de kruisbek heeft dezelfde stotterende structuur als die van de kneu. De roepen zijn te verwarren met grote kruisbek (echter deze klinkt lager) en Schotse kruisbek (deze zit tussen kruisbek en grote kruisbek in).
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Veldgids Vogelzang
Geluiden: app BirdSounds Europe, Henk Meeuwsen.
Reageer op dit artikel
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY