Zwarte Kraai

De bekendste kraai komt bij ons voor in de volledig zwarte vorm. In Nederland komen ze voor in het hele land met uitzondering van uitgestrekte bosgebieden. In de winter zie je ze ook vaak in groepen.

Herkenning

46 cm. Verenkleed geheel zwart, hetgeen het enige verschil is met bonte kraai. Te onderscheiden van veel grotere raaf door geluid, rechte staart en gladde keel, en van juveniele roek door zwaardere, minder puntige snavel en ontbreken van ‘broek’. Gewoonlijk alleen of in paren, behalve op slaapplaats. Opent hard voedsel (bijvoorbeeld krabben of noten) door het van enige hoogte naar beneden te laten vallen.

Verspreiding

Komt voornamelijk voor in de westelijke helft van Europa en de oostelijke helft van Azië, met uitzondering van Zuidoost-Azië. In Nederland een talrijke broedvogel, jaarrond aanwezig.

Biotopen

Broedt in (half)open landschappen met bomen, maar ook wel in hoogspanningsmasten. Komt op veel verschillende plekken voor, bijvoorbeeld bij akkers, weiden, in bossen en parken, maar ook in stedelijke gebieden. Voornamelijk in kleinschalig cultuurlandschap.

Levenswijze

Voedsel
Zoals alle kraaien zeer gevarieerd. Allerlei soorten kleine dieren, vruchten en zaden, aas.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-6, zelden 7. Buikig. Glad en enigszins glanzend. Als die van de roek. Verschillende tinten van lichtblauw, groenachtig-blauw of groen. Bezet met olijfgroene, olijfbruine, donkerbruine en blauwgrijze spikkels, vlekken, strepen en krabbels. Van vrijwel ongetekend tot zeer sterk getekende eieren. Zeer zelden roze met rode en purperachtige tekens. Geen verschillen tussen de eieren van de zwarte kraai en de bonte kraai. Formaat 43,3 x 30,4 mm.

Geluid

Gewone roep een krassend ‘kraah’; soms een zacht ‘gonk’. Ook andere geluiden, meestal afleidingen van gewone roep.

Laatste waarnemingen

Bron

Geluidsopnames

Foto's