Withalsvliegenvanger

Herkenning

12,5 cm. Mannetje lijkt op mannetje bonte vliegenvanger, met zwart en wit verenkleed. Te onderscheiden door de brede witte band in nek, meer wit op voorhoofd, meer wit in vleugels en witte stuit (zwart bij bonte vliegenvanger). Vrouwtje zeer moeilijk te onderscheiden van vrouwtje bonte vliegenvanger, maar met vage lichte halsband, wittere stuit, bredere witte band op vleugeldekveren en wittere handpennen. Juveniel als vrouwtje. Hybridizeert soms met bonte vliegenvanger.

Verspreiding

Broedt van Noordoost-Frankrijk en Italië tot in Zuidwest-Rusland. Trekt in de winter naar een gebied in zuidoostelijk Afrika. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen

Komt in zijn leefgebied voornamelijk voor in rijk loofbos, ook in parken, tuinen, etc.

Levenswijze

Voedsel
Voornamelijk insecten, gevangen op typische vliegenvangermanier.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 6-7, soms 4-5. Buikig. Glad en enigszins glanzend. Lichtblauw. Formaat 17,2 x 13,3 mm.

Geluid

Roep 'whit', 'tsjik', 'whiet' en 'fieup'. Zang lijkt op bonte vliegenvanger, maar begint vaak met 'bsrie bsrie'.

Laatste waarnemingen

Bron

Geluidsopnames