Veldrietzanger

Herkenning

13 cm. Heeft relatief lange afgeronde staart, korte snavel en korte, ronde vleugels. Geprononceerdere tekening dan kleine karekiet, bosrietzanger en struikkarekiet. Bovendelen variëren van olijf- tot rossigbruin, donkerder dan kleine karekiet, meestal met contrasterende grijze achterkop, roestbruine stuit en bovenstaartdekveren. Wenkbrauwstreep lang en breed, met name achter oog, contrasteert met donkere streep erboven. Onderdelen bleek zandkleurig met sterke roestkleurige of beige flanken. Keel wit, uitlopend in nekzijden. Snavel donker, ondersnavel met hoornkleurige basis. Rosse stuit onderscheidt veldrietzanger van struikkarekiet en kleine spotvogel. Steekt staart vaak omhoog en spreidt deze herhaaldelijk.

Verspreiding

Broedt in een breed gebied van de Zwarte Zee tot in Mongolië. Trekt in de winter naar Zuid-Azië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen

Komt in zijn leefgebied meestal voor in drogere delen van riet, met struiken en kruiden, aan landzijde van meren en rivieren.

Levenswijze

Voedsel
Insecten, die voornamelijk in vegetatie worden gevangen of van het wateroppervlak worden gepikt.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5, zelden 6. Buikig. Glad en glanzend. Gelijk aan die van de kleine karekiet, maar zwaarder en donkerder getekend. Lichtgroen. Met onopvallende zwakke fijne spikkels en zwaarder gespikkeld en gevlekt met olijf, donkergroen en enig grijs. De tekens smelten samen tot een kap aan de stompe pool. Soms roze met roodachtig-purperen tekens, of geelbruin met bruine tekens. Formaat 16,8 x 12,8 mm.

Geluid

Roep klikkend 'tsjuk'. Zang lijkt op bosrietzanger, maar zachter en heeft geen tempowisselingen of lange trillers. Mist krassende noten van kleine karekiet. Imiteert ook.

Laatste waarnemingen

Bron