Toendrarietgans

De toendrarietgans is de meest voorkomende rietgans in Nederland. Je herkent ze aan hun donkere kop, met deels donkere snavel. In Nederland is het een typische wintergast, die vooral in Groningen en Drenthe in grote aantallen voorkomt.

Verspreiding

De in Nederland overwinterende Toendrarietganzen broeden op de toendra van Noord-Rusland en West-Siberië. Aangeschoten en zieke vogels brengen de zomer in ons land door, waarbij soms een paar tot broeden komt (Lensink 1996b). In 1993 bracht een paar in de Diemerpolder bij Amsterdam twee jongen groot, terwijl een broedgeval in 1994 bij Olburgen langs de IJssel vier vliegvlugge jongen opleverde. Verder worden door ganzenflappers her en der in het land geleewiekte vogels gehouden die in min of meer wilde staat jongen grootbrengen. Deze jongen worden vervolgens gevangen en geleewiekt. In 1998-2000 werden in drie atlasblokken zekere broed­gevallen vastgesteld: bij Eernewoude (atlasblok 11-13), in de Havikerwaard langs de IJssel bij Dieren (40-15) en langs het Veerse Meer (48-15). Waarschijnlijke broedgevallen bij Woudbloem (atlasblok 07-46), bij Lelystad (26-15), langs de Waal bij Afferden (39-47) en het Pannerdens Kanaal (40-34, 40-44) betreffen waarschijnlijk overzomeraars. Van een sterke toename, zoals bij Kolgans en Brandgans (eveneens arctische soorten), is vooralsnog geen sprake.

Laatste waarnemingen

Bron

Geluidsopnames

Foto's