Stellers Eider

Herkenning

43-47 cm. Veel kleiner dan eidereend, met meer vierkante kop. Adult mannetje heeft witte/lichtgroene kop, zwarte vlek rond oog, groen kuifje aan weerszijden van kruin, en zwarte kin, keel en nekband. Bovendelen donker en wit gestreept, onderdelen beigebruin met ronde zwarte vlek aan weerszijden van borst. Vrouwtje donker roodbruin met paarsachtige armpennen en tertials en brede witte vleugelstrepen, spiegel omgrenzend (als bij wilde eend). Juveniel iets bleker dan vrouwtje. Mannetje in eclipskleed lijkt op vrouwtje maar met aanzet van kop- en nektekening. Vaak in dichte groepen, duiken tegelijk.

Verspreiding

Broedt in Noord-Rusland en Noordwest-Alaska. Trekt in de winter naar de Baltische Zee, Noordoost-Fenno-Scandinavië, de Koerilen en de Aleoeten. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen

Broedt in zijn leefgebied in toendrazone langs arctische kust. In de winter langs rotsachtige kusten, baaien, riviermonden en andere ondiepe wateren.

Levenswijze

Voedsel
Zoutwaterongewervelden, maar eet ook zoetwaterinsecten.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 6-8, soms 10. Rondachtig. Glad maar niet glanzend. Licht geelachtig-olijf, groenachtig, of olijf-geelbruin. Formaat 61,4 x 42 mm.

Geluid

Zwijgzaam. Vrouwtje heeft 's winters gutturale roep.

Laatste waarnemingen

Bron