Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Slangenarenden zijn grote, meestal licht gekleurde arenden met vaak een donkere kop die wel met een bivakmuts wordt vergeleken. Ze vinden hun voedsel door langzaam boven open gebieden te vliegen en staan ook vaak te ‘bidden’ op één plaats om hun prooi te vangen.
62-67 cm, spanwijdte 170-185 cm. Groter dan visarend. Onderdelen en vleugels bijna egaal wit, behalve donkere keel en bovenborst. Sommige individuen geheel wit van onderen.. Meeste individuen hebben donkere keel en borst. Staart met drie duidelijke banden. Op korte afstand is patroon van donkere strepen op ondervleugel zichtbaar. Heeft een ronde, uilachtige kop met kleine snavel en grote oranje ogen. Bovendelen bruin met bleekgrijze tint, contrasterend met bijna zwarte handpennen en staart. Juveniel als adult. Majestueuze vlucht; zweeft met horizontale vleugels, vaak met hangende poten en met naar beneden gebogen kop en staart; 'bidt' regelmatig.
Broedvogel in zuidelijk en oostelijk Europa, West-Rusland, delen van Noord-Afrika en grote delen van Zuidwest- en Centraal-Azië. Standvogel in Zuid-Azië. Overwintert in Afrika, van Mauritanië en Guinee tot in Ethiopië. In Nederland een jaarlijkse zomergast.
Het liefst in halfopen bossen en heidegebieden, maar voor een groot deel afhankelijk van een beperkt aantal soorten reptielen. Regelmatig ook te vinden in veengebieden om die reden.
Voedsel
Jaagt laag vliegend of 'biddend' op slangen en hagedissen. Kleinere prooi wordt in de vlucht opgegeten, grotere op de grond, op nest of andere zitplaats.
Eieren
Aantal eieren in legsel 1. Groot, gedrongen/kort elliptisch tot rondachtig. Tamelijk glad met flinke oneffenheden. Wit. Formaat 73,5 x 57,8 mm.
Een nogal luidruchtige arend; een buizerdachtig gemiauw en een enigszins klagend 'kiiok-kiiok-kiiok'.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY