Rotszwaluw

Herkenning

15 cm. Groter dan oeverzwaluw met bredere vleugels, staart, kop en lichaam. Lijkt op afstand geheel donker. Bovendelen donkerbruin, onderdelen bleker, grijsbruin; borst en voorste deel van buik lichtst gekleurde delen van lichaam. Ondervleugels bijna zwart; witte vlekken in staart alleen zichtbaar op korte afstand. Staart vrijwel vierkant. Vlucht rustig, met minder vleugelslagen en langere glijvluchten dan oeverzwaluw, vliegt vaak zeer dicht langs rotswanden. Meestal in kleine losse troepjes, maar verzamelt zich soms, met name in de winter, in grote groepen bij slaapplaats.

Verspreiding

Broedvogel van Zuidwest-Frankrijk tot in China. Standvogel in het Middellandse Zeegebied. Wintergast in een gebied van Egypte tot in Ethiopië en gebieden in Zuid-Azië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen

Komt in zijn leefgebied voor bij gebergte, vaak bij steile bergwanden; komt tot op grote hoogte voor. Ook bij kliffen aan de kust.

Levenswijze

Voedsel
Vliegende ongewervelden.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5, soms minder. Langwerpig. Tamelijk glad maar slechts zwak glanzend. Wit. Met fijne schaarse rode en grijze stippen, meer aan de stompe pool geconcentreerd. Formaat 21,2 x 14,2 mm.

Geluid

Vrij zacht en onopvallend. Onderdrukt 'tjsit', 'pritit', tsjuur', etc. Zang kwetterend, als serie roepjes, heeft soms wat weg van zang van boerenzwaluw.

Laatste waarnemingen

Bron