De roodstuitzwaluw is een elegante zwaluw met kenmerkende lichte stuit, zorgt er vaak voor dat de hartslag onder te trektellers op de trektelposten flink omhoog gaat. In Nederland is het een schaarse bezoeker, die jaarlijks gezien wordt in met name april en mei.
Herkenning
16-18 cm. Lijkt op bleke boerenzwaluw. Eenvoudig te herkennen aan oranje stuit, oorstreek en nekband, welke de donkere kopkap accentueert, en aan de lichte keel. Andere kenmerken die deze soort onderscheiden van boerenzwaluw zijn de gestreepte witte onderdelen, de lichte ondervleugels en de ‘broek’, gevormd door zwarte staart, boven- en onderstaartdekveren. Bovendelen donker, rug met blauwe metaalglans, evenals boerenzwaluw. Vlucht wat langzamer dan van boerenzwaluw, met langere zeilvluchten; alleen aan dit kenmerk zijn groepen op grote afstand te determineren!
Verspreiding
Komt voor in Europa, West- en Oost-Afrika, in Azië, met uitzondering van Noord-Azië, en Noord-Australië. Zeldzaam in Nederland.
Biotopen
Is in zijn leefgebied minder afhankelijk van menselijke aanwezigheid, komt ook op meer afgelegen plaatsen voor. Nestelt onder uitstekende daken, in ruïnes, onder bruggen en aan ingangen van grotten.
Levenswijze
Voedsel
Vliegende ongewervelden.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-5, zelden 6. Langwerpig. Glad en enigszins glanzend. Wit, soms met zeer fijne roodachtig-bruine spikkels. Formaat 20 x 14,3 mm.
Geluid
Zwijgzamer dan boerenzwaluw. Roep ‘uwiet’, tsjwet’, ’triet’. Zang kwetterend, maar langzamer en minder muzikaal dan van boerenzwaluw.
