Alles over ons magazine
Alles over ons magazine
Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Alles over ons magazine
19 cm. Vrij kleine lijsterachtige met stevige snavel en korte staart. Mannetje heeft lichte leiblauwe kop, keel, mantel en stuit, grote witte vlek op rug, oranje onderdelen en staart en zwarte vleugels. Vrouwtje is hoofdzakelijk lichtbruin en is zwaar met zwart gebandeerd en geel gevlekt, met wat oranje op buik en onderstaart, heeft wittige keel en oranje staart. Rechtopstaande houding doet denken aan tapuit. Wipt in zit vaak met staart zoals een roodborsttapuit. Schuw, wordt meestal alleen of in paren gezien.
Broedt van Portugal via Afghanistan tot in Noordoost-China en zuidelijk Rusland. Trekt in de winter naar oostelijk Afrika. In Nederland een dwaalgast.
Komt in zijn leefgebied voor in warme, droge en open rotsige gebieden met schaarse begroeiing van bomen en struiken, zowel in bergen als in lager gelegen heuvels. Regelmatig bij ruïnes.
Voedsel
Voornamelijk grote insecten, die vanaf zitplaats worden opgespoord. Eet ook kleine gewervelden (hagedissen) en zaden. Vliegt vanaf hoge zitplaats naar grond om prooi te vangen, maar hipt en rent ook rond als een tapuit. Vangt soms insecten in de vlucht.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5, soms 6. Buikig. Glad en glanzend. Lichtblauw, enigszins donkerder dan die van de blauwe rotslijster; bij uitzondering getekend met een paar roodachtig-bruine spikkels aan de stompe pool. Formaat 25,9 x 19,5 mm.
Roep 'diu' en herhaald 'tsjak'. Zang vloeiend en melodieus met koperwiekachtige tonen; imiteert regelmatig. Vrouwtje zingt eveneens.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY