Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Kleine Zwaan

Cygnus bewickii

Het heldere, melancholieke geluid van de kleine zwaan hoort echt bij de winter. Vanaf oktober komen de vogels vanuit hun broedgebieden aan de Barentszzee onze kant op. Grofweg tweederde van de Noordwest-Europese populatie overwintert in ons land.

Elke kleine zwaan is individueel herkenbaar door hoeveelheid en vorm van het geel op de snavel. Daardoor is vastgesteld dat het een van de trouwste vogels ter wereld is. Uit jarenlang Engels onderzoek zijn slechts twee gevallen van echtscheiding bekend.

De muisgrijze jongen blijven herfst en winter nog bij hun ouders als één familie. Hoe meer jongen, des te hoger de sociale status van de familie. De laatste twintig jaar worden er echter onvoldoende jongen geboren, de populatie is sinds 1995 gehalveerd tot 15.000 vogels.

Kleine Zwaan
Kleine Zwaan, een van de potentiële soorten waar je op nieuwjaarsdag mee kan beginnen. Fotograaf: Daan Schoonhoven

Verspreiding

 

Kleine Zwanen broeden op de arctische toendra en overwinteren grotendeels in West-Europa. De dichtstbijzijnde broedgebieden in Noordwest-Rusland liggen op ca. 2500 km van ons land, dat een belangrijk overwinteringsgebied vormt voor de ten westen van de Oeral broedende populatie. Recent overwinteren hier 13.000-19.0000 Kleine Zwanen (SOVON Ganzen- en Zwanenwerkgroep 2001). Incidenteel worden er binnen het overwinteringsgebied overzomerende individuen of paren gemeld, vermoedelijk vogels die in te slechte conditie zijn om weg te trekken. In Nederland is zulks het geval op de Hellegatsplaten (solitaire vogel sinds 1994, twee in 1999 en 2000; Ouweneel 2000). In 2000 werd ook een exemplaar gezien bij Zevenbergschen Hoek, amper 20 km verderop. Hoewel van broeden tot nu toe niets gebleken is, lijkt het zinnig om de ontwikkeling, vooral op de Hellegatsplaten, in de gaten te houden.

 

Laatste waarnemingen

Lees verder over

Vogels vergelijken

Foto's

Zo herken je de kleine zwaan

Kenmerken

Zie je in de winter groepen zwanen in de weilanden of akkers, dan heb je kans dat het de kleine zwaan betreft, die als wintergast in ons land verblijft.

De kleine zwaan is, de naam zegt het al, een ietwat kleine en compacte zwanensoort. Hij heeft een korte hals, die hij ook vaak meer gestrekt houdt (1) dan bijvoorbeeld de knobbelzwaan, die de hals meestal licht gebogen houdt.

De kleine zwaan heeft een relatief korte hals, die vaak rechtop gehouden wordt. Fotograaf: René de Waal

 

Het meest in het oog springende verschil met de knobbelzwaan is echter de snavel. De kleine zwaan heeft een zwarte snavel met aan de basis van de bovensnavel een afgeronde gele vlek, die niet verder reikt dan het neusgat (2). Elke zwaan is individueel herkenbaar aan de gele vlek, omdat deze bij elk exemplaar een beetje verschilt van vorm, zie bovenstaande foto.

De gele snavelvlek loopt niet door voorbij het neusgat. Fotograaf: René de Waal

 

De bouw van de kleine zwaan is compact, de vogels hebben een korte staart die bij het zwemmen niet omhoog steekt. Het kleed van beide geslachten is gelijk.

Juveniel kleed

De jonge vogel heeft een grijsachtig kleed. Het geel aan de snavel van de volwassen vogel is vuil wit-roze (3). In de loop van de eerste winter verdwijnt het roze-witte en wordt het al gelig.

 

Juveniele kleine zwaan
Fotograaf: Gerard Schouten

Kenmerkend gedrag

De kleine zwaan laat zich veelvuldig horen. Hij maakt een toeterend geluid, zowel zittend als in de vlucht. Vaak hoor je kleine zwanen al aan komen vliegen voordat je ze gezien hebt. Ook kunnen ze een zacht ‘hoe’ laten horen, meestal als ze rusten op het water. Bij opwinding maken de zwanen ‘joelende’ geluiden.

‘Joelende’ kleine zwanen. Fotograaf: René de Waal

 

Kleine zwanen die in Nederland arriveren, verblijven in eerste instantie op de open wateren van het Lauwersmeer, IJsselmeer en Veluwemeer. Zij foerageren op ondergedoken waterplanten, met name de knolletjes van het fonteinkruid. Later in de winter zijn ze vooral te vinden op weilanden en akkers, waar ze gras, maar ook oogstresten van mais en aardappelen eten.

Kleine zwanen op grasland. Fotograaf: René de Waal

Trekgedrag

De kleine zwaan broedt op de Russische toendra en overwintert in Noordwest-Europa. Enkele decennia terug kon je nog groepen van honderden exemplaren in Nederland aantreffen. Er is echter een trend dat het zwaartepunt van de trek steeds meer naar het noordoosten verschuift (Noord-Duitsland, Denemarken). Waarschijnlijk komt dit door de zachtere winters.

Gelijkende soorten

  • Wilde zwaan. De kleine zwaan kan gemakkelijk verward worden met de wilde zwaan. De wilde zwaan is echter duidelijk groter (formaat knobbelzwaan), en heeft een langere hals. Ook heeft de wilde zwaan op de snavel meer geel, dat reikt voorbij het neusgat en uitloopt in een punt.
  • Knobbelzwaan. Ook de knobbelzwaan is duidelijk groter en heeft tevens een oranje snavel met zwarte knobbel op het voorhoofd. Ook zijn de neusgaten zwart. Tijdens het zwemmen houdt de knobbelzwaan de hals meestal gebogen, en steekt de staart in een punt omhoog.

Wist je dat?

  • Het overwinterende aantal kleine zwanen wordt niet alleen kleiner door het verschuiven van het overwinteringsgebied, maar ook het broedsucces op de Russische toendra is afgenomen. De precieze oorzaak hiervan is nog onbekend.