Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
De kleine reiger beweegt vaak snel door ondiep water. Als de poten boven water komen, vallen de gele voeten op. In Nederland komen er steeds meer broedende vogels voor, met name in de kustgebieden.
55-65 cm. Een kleine, sneeuwwitte reiger met slanke nek, lange, dunne, zwarte snavel, zwarte poten, en contrasterende gele tenen. Adult 's zomers met zeer lange veerpluimen op bovenborst, mantel en schouders, de laatste een losse 'mantel' vormend; twee lange kuifveren in nek afhangend. Vliegt bedaard op afgeronde vleugels, met ingetrokken kop en poten ver voorbij staart uitstekend.
Komt voor in Europa, Afrika, Azië, met uitzondering van Noord-Azië, en Oceanië. In Nederland zeer schaarse broedvogel, gedeeltelijk wegtrekkend, doortrekker en wintergast in klein aantal.
Broedt in bomen en struiken; meestal nabij kust- of binnenwater, vaak aan ondiep water in moerassen, lagunes, vloedlanden, poelen.
Voedsel
Ongewervelde dieren en zaden. Foerageert op de grond.
Eieren
Aantal eieren in legsel gewoonlijk 4, soms 3-5, zelden 6. Variabel. Elliptisch tot buikig, stomp tot soms aan twee zijden kegelvormig, Glad, niet glanzend. Licht groenachtig-blauw. Formaat 46,6 x 33,8 mm.
In de kolonie een raspend 'áááá"; buiten kolonie meestal zwijgzaam.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY