Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Kleine Mantelmeeuw

Larus fuscus

De volwassen vogels zijn makkelijk te herkennen aan de bijna zwarte bovenvleugels en gele poten. De meeste kleine mantelmeeuw broeden langs de kust, maar ook in het binnenland kun je ze op veel plekken aantreffen.

Vliegende Kleine Mantelmeeuw
Fotograaf: Daniele Occhiato

Herkenning

54 cm. Veel kleiner dan Grote Mantelmeeuw; van deze te onderscheiden door gele poten (maar ’s winters vaak minder helder geel) en formaat. Mantel en vleugels leigrijs (ondersoort graellsii) tot bijna zwart (fuscus); overigens wit. Snavel geel met rode vlek op gonys. Baltische Mantelmeeuw L. f. fuscus uit Baltische gebied verschilt naast donkerdere bovendelen (nauwelijks contrast tussen mantel en handpennen) ook door kleiner postuur, langere vleugel, slankere snavel, ruipatroon, fourageer- en broedgedrag van Kleine Mantelmeeuw. Winterkleed grotendeels gelijk, maar met enkele donkere strepen op de kop. Juveniel moeilijk te onderscheiden van juveniele Zilvermeeuw, maar vaak donkerder. Bovendelen ‘geschubd’ en donker roestbruin, onderdelen iets lichter, in rust vleugelpunten en staart vrijwel zwart. Snavel zwartachtig, poten bruin. In vlucht makkelijker te herkennen door zwarte subterminale staartband en twee zwarte vleugelstrepen op binnenvleugel (juveniele Zilvermeeuw heeft bleke binnenste handpennen).

Verspreiding

Komt voor in IJsland, Verenigd Koninkrijk, Noord- en West-Europa en Noord-Rusland. In Nederland zeer talrijke broedvogel, wegtrekkend, doortrekker en wintergast in zeer groot aantal.

Biotopen

Broedt vooral in kustgebieden zoals duinen, strandvlakten, kwelders, schorren en dijken, steeds vaker ook in graslanden met veel water.

Levenswijze

Voedsel
Zeer gevarieerd; alle soorten plantaardig en dierlijk materiaal.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3, soms 1 of 2. Buikig. Glad, niet glanzend en met een zeer fijn korrelig oppervlak. Licht olijf-geelbruin, olijf, groen of geelbruin, zelden zeer licht groenachtig-blauw, soms diep geelbruin of olijfkleurig. Zwartachtig-bruine, zwarte olijfbruine en olijfkleurige vlekken, spikkels en stippen en zelden met korte onregelmatige strepen en krabbels. Met zwakke grijze of blauwgrijze tekens. Tekens goed over de schaal verspreid, zelden in een zone rond de stompe pool. Formaat 67,6 x 47 mm.

 

Geluid

Meest roepen gelijk aan die van Zilvermeeuw, maar lager en luider. Meestal zwijgzaam, maar groepen luidruchtig. Vaak gehoorde lange roep bestaat uit verschillende korte ‘ga’ geluiden, gevolgd door een lachend ‘kyowkyowkyow’.

Laatste waarnemingen

Geluidsopnames