Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
De grote zee-eend herken je meestal door de witte spiegel in de vleugels. Het zijn doortrekkers langs de kust, maar ze worden de laatste tijd ook steeds vaker in het binnenland aangetroffen.
51-58 cm. Lijkt op zwarte zee-eend maar zwaarder en groter, heeft in vlucht kenmerkende witte spiegel. Mannetje met kleine witte vlek onder oog, snavelzijden geel; kleine knobbel aan snavelbasis; poten diep rood. Vrouwtje verschilt, behalve door spiegel, van zwarte zee-eend door twee witte kopvlekken; snavel zwartachtig, poten dof rood. Juveniel als vrouwtje maar met meer wit op buik.
Broedt in Scandinavië, Estland, delen van Rusland en Kazachstan. Trekt in de winter naar de Noorse kust, kustgebieden in Noordwest-Europa, delen van Zuid- en Centraal-Europa en de Zwarte en Kaspische Zee. In Nederland doortrekker en wintergast in klein aantal.
Op zee, vooral bij ondiepe kusten en in baaien waar veel schelpdieren (mossels) te vinden zijn.
Voedsel
In zout- en brakwater voornamelijk schelpdieren; ook kleine krabben en garnalen. In zoetwatergebieden schelpdieren, wormen kleine vis en plantenmateriaal. Duikt tot 5 m diepte.
Eieren
Aantal eieren in legsel 7-10, soms 6-11. Buikig. Glad, niet glanzend. Lichtcrème tot geelbruin. Formaat 71,1 x 48,2 mm.
Gewoonlijk zwijgzaam.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY