Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Deze schaarse doortrekker is herkenbaar aan de luide roep: een huismusachtig pschriep. Het is een forse pieper met een rechtopstaande houding.
18 cm. Groter dan duinpieper met langere staart, langere poten, zwaardere snavel en zeer lange achternagel. Overwegend beigebruin. Kop met bleke teugel, oogring en wenkbrauwstreep, kin en keel crèmekleurig met smalle snorstreep en langere zwartbruine baardstreep. Borst okerkleurig met smalle band van onduidelijke streepjes. Overige onderdelen beigewit. Geen contrasterend vleugelpaneel zoals duinpieper. Kan verward worden met juveniele duinpieper, maar groter, heeft bleke teugel, okerkleurige flanken en witte buitenste staartpennen.
Broedt in Siberië, Oost-Azië en oostelijk Centraal-Azië. Trekt in de winter naar Zuid-Azië en het vasteland van Zuidoost-Azië. In Nederland doortrekker in uiterst klein aantal.
Open duinen, vochtige graslanden, in kwelders, op dijken, iets minder op akkers en heide. Vaak in hoog gras te vinden.
Voedsel
Insecten en soms zaden.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-4. Olijf-chocolade. Formaat 21,4 x 16,2 mm.
Roep raspend nasaal 'psjriiep' of 'rrieuw'. Zang eenvoudig monotoon 'tria-ia-ia'.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY