Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Grauw is deze zomergast inderdaad. Maar misschien maakt deze eenvoud, met fijne streepjes op kop en borst, hem juist wel aantrekkelijk. Of is het zijn gedrag? Vanaf een vaste stek loert de vogel op voorbij vliegende insectjes en grijpt ze in volle vlucht om vervolgens weer naar zijn stek terug te keren. De grauwe vliegenvanger is nog steeds een vrij talrijke broedvogel van bossen en cultuurlandschap met veel loofbomen en oude houtwallen, al zijn de aantallen nu iets lager dan 30 jaar geleden. Na het broedseizoen trekken grauwe vliegenvangers weg naar tropisch Afrika.
14 cm. Bruin of grijsbruin met donkere strepen op borst en voorhoofd. Vleugeldekveren en tertials met bruine randen, onderdelen grijswit, geen wit in staart. Smalle, onopvallende oogring. Sexen gelijk. Rechte zit en gestreepte borst zijn beste kenmerken. Meestal alleen, in paren of familietroepjes.
Broedt in een gebied van Verenigd Koninkrijk, Europa, Rusland tot Mongolië. Overwintert met name in Zuid-Afrika. In Nederland vrij talrijke broedvogel, wegtrekkend, doortrekker in vrij klein aantal.
Open loof- en gemengde bossen, parken, tuinen, boomgaarden.
Voedsel
Voornamelijk insecten, op typische vliegenvangermanier gevangen: doet vanaf zitplaats korte uitvallen naar passerende insecten, waarna de vogel naar zitplaats terugkeert.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5, zelden 2-7. Buikig. Glad en niet glanzend. Zeer lichtblauw, groenachtig-blauw, geelachtig-bruin of crèmeachtig-wit. Meestal helemaal gevlekt, vaak zwaar, met roodachtigbruin en purperachtiggrijs. Vaak vertonen de tekens een tendens tot concentratie aan de stompe pool. Zelden effen. Formaat 18,5 x 14,1 mm.
Roep een hoog en schel ’tsii’ of ’tsrii’. Zang hoog en haastig, als een herhaling van roepen.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY