De breedbekstrandloper is een zeldzame doortrekker in ons land, die veel lijkt op de bonte strandloper. Bij veel vogelaars staat deze steltloper hoog op het verlanglijstje. De meeste kans om ze te zien is langs de kust, maar ook in het binnenland zijn ze te vinden.
Herkenning
16 cm. Bovendelen in zomerkleed zwart met geschubd patroon door crèmekleurige en roestbruine veerrandjes. Kop met donkere kruin- en oogstreep en crèmewitte gevorkte wenkbrauwstreep; keel en borst met lange donkere rijen van vlekjes op crèmewitte ondergrond, rest van onderdelen wit. Snavel zwart, vrijwel recht maar aan punt naar beneden ‘geknikt’. Poten kort, geelgrijs. In winterkleed bovendelen egaler, grijzer en minder geschubd en borsttekening sterk gereduceerd tot enkele fijne streepjes. Lijkt dan sterk op bonte strandloper, maar is kleiner, heeft andere snavelvorm, onduidelijke gevorkte wenkbrauwstreep en donkere vleugelboeg (als drieteenstrandloper).
Levenswijze
Voedsel
Ongewervelden; foerageert door te boren. Eet in de zomer ook zaden.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4, zelden 3. Ovaal tot peervormig. Glad, niet of enigszins glanzend. Zeer licht crèmeachtig-geelbruin of grijs, meestal zeer dicht en fijn gespikkeld of gevlekt met roodachtig-bruin of donkerbruin, die de grondkleur soms vrijwel doet doet verdwijnen. Kleine vlekken of korte strepen en soms grotere vlekken zijn soms aanwezig. Vaak is de tekening aan de stompe pool dichter en donkerder. Zelden zijn ze aan de spitse pool schaars. Formaat 32,1 x 22,8 mm.
