Bonte Tapuit

Herkenning

14,5 cm. Nauw verwant aan blonde tapuit. Mannetje heeft zwart masker, keel, rug en vleugels. Kruin grijs of wit, onderdelen wit, maar soms met gele tint in voorjaar. Staartpatroon als van blonde tapuit. Vrouwtje moeilijk of niet te onderscheiden van vrouwtje blonde tapuit, is in voorjaar echter meer aardbruin of grijs in plaats van zandkleurig- of geelbruin en heeft vaak donkere keel. Zit vaker op takjes dan andere tapuiten, behalve blonde tapuit. Populatie van Cyprus wordt beschouwd als aparte soort, Cyprustapuit O. cypriaca. Mannetjes en vrouwtjes zijn identiek en verschillen met name van bonte tapuit door zang.

Verspreiding

Broedt in grote delen van Azië, met uitzondering van Zuidoost-Azië. Trekt in de winter naar een groot gebied in Oost-Afrika. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen

Komt in zijn leefgebied voor op rotsige en zandige kliffen nabij de Zwarte Zeekust en op steppe met verspreide bosjes.

Levenswijze

Voedsel
Ongewervelden, die op typische tapuitenmanier worden gevangen.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-6. Buikig. Glad en glanzend. Lichtblauw of groenachtig-blauw. Verschillend getekend met spikkels en kleine vlekjes in roodachtig-bruin. Tekening vaak schaars en meestal met een krans of kap rond de stompe pool. Formaat 19,6 x 15,1 mm.

Geluid

Roep 'tsjak'. Zang als van blonde tapuit, maar herhaald strofen vaker.

Laatste waarnemingen

Bron