Bastaardarend

Herkenning

65-72 cm, spanwijdte 158-182 cm. Lijkt erg op schreeuwarend, maar vleugels iets langer en breder. In vlucht met gestrekte vleugels en gespreide vleugelpunten; vrij korte, lichte afgeronde staart; vooruitstekende kleine kop en korte nek. Adult vrij uniform zwartbruin, behalve bleke vlek op handpenbases (kleiner dan bij schreeuwarend) en witte vlek op bovenstaartdekveren. In onderaanzicht zijn bij karakteristieke individuen de dekveren donkerder dan de slagpennen en is er 1 halve-maanvormige vlek op de pols (twee bij schreeuwarend). 7e handpen lang (kort bij schreeuwarend). Bleekgele snavelbasis opvallend tegen donkere kop. Juveniel met vele grote, witachtige vlekken op bovendelen en met duidelijke witte V op bovenstaartdekveren; in vlucht met twee witte strepen op bovenvleugel.

Verspreiding

Broedt van Noordoost-Europa tot aan Oost-Azië. Trekt in de winter naar delen van Noord- en Oost-Afrika, Zuid-, Zuidwest, en Zuidoost-Azië en een groot gebied in Zuidoost-China langs de kust. In Nederland een zeldzame dwaalgast.

Biotopen

In zijn leefgebied bij voorkeur laaglandbossen en lage bergbossen, meestal nabij waterrijke gebieden.

Levenswijze

Voedsel
Een opportunistische jager en aaseter, eet kleine tot middelgrote zoogdieren en vogels, insecten en aas, ook wel reptielen en amfibieën. Jaagt vliegend of op de grond.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 2, soms 3. Kort elliptisch tot rondachtig. Niet glanzend. Wit tot licht geelbruin. Schaarse bruine, grijze en violette tekening. Formaat 73,3 x 56,5 mm.

Geluid

Roep lijkt op blaffen van een kleine hond: 'kyak-kyak-kyak'.

Laatste waarnemingen

Bron