Watersnippen zie je vaak niet, of pas veel te laat. Ze vliegen zigzaggend weg met een “skrètsj… skrètsj…”. Mijn ervaring leert dat het fotograferen van kleine groepjes van minder dan zes vogels erg lastig is; ze strijken vaak neer op een plek waar ze het uren volhouden. Watersnippen in een grotere groep, van vijftien plus exemplaren, hebben het voordeel dat ze altijd terug willen naar de plek waar ze vandaan kwamen.
Op de foto hierboven vliegen ze meerdere keren rond zo’n plek om te kijken of de kust veilig is. Tijdens elke ronde zakken ze een beetje verder naar beneden Dat zijn de momenten om wat landschap in de foto te krijgen, met een mooie waas van verschillende kleuren.
Schutkleur
Om dichterbij te komen moest ik een plan maken. Er wordt veelal gesuggereerd dat watersnippen vertrouwen op hun schutkleur; tot op heden heb ik daar niets van kunnen ervaren. In de meeste gevallen vliegen ze op bij een meter of twintig à dertig. Om ze van dichtbij te kunnen fotograferen was dus een tactiek nodig. Ik heb vooral gekeken waar ze heen vliegen en of hier een patroon in ontstaat. Vaak zijn er verschillende plekken waar ze tijdelijk verblijven voordat ze weer naar hun favoriete plekje terugkeren. Het varieert wel hoe lang ze er over doen om hier terug te keren; dit is waarschijnlijk afhankelijk van andere dreigingen op de plek aldaar. De ene keer zijn ze binnen een half uur terug en de andere keer duurt het een uur.
Camouflagenet
Ook moest ik iets bedenken om mezelf onzichtbaar te maken. Tentjes en dergelijke vind ik niet ideaal, omdat die aandacht trekken van andere voorbijgangers. Daarnaast kan ik mezelf er minder goed in verplaatsen. Ik besloot te kijken naar een camouflagenet. Bij het aanschaffen hiervan heb ik gelet op de vele soorten die je kunt kopen. Er zijn echter maar een paar netten die voorzien zijn van een coating die niet giftig is en die niet verweren door de nattigheid die het moet doorstaan. Ook de afmeting was een belangrijk onderdeel; ik heb gekozen voor drie bij drie meter, zodat bij het gebruik van een statief en zittende mogelijkheden het net nog steeds volledig over mij heen valt. De niet giftige coating vond ik trouwens wel het belangrijkste van deze aanschaf, want niemand heeft iets aan dode vogels; daar worden we allemaal niet wijzer van.
Na binnenkomst van het camouflagenet kon ik eindelijk aan de slag. Ruim anderhalf uur voor zonsopkomst ben ik op de plek gaan liggen waar ze komen. Ik heb me gepositioneerd tussen de wat hogere vegetatie aan de slikrand, waar ik het net mooi overheen kon leggen. Ik had vooraf al op Photopills app gekeken hoe laat de zon op kwam en in welke hoek. De app zelf kost wat duiten, maar is het geld meer dan waard. Helaas was dit de enige positie die ik kon innemen en ik moest het doen met minimaal ochtendlicht. Want zo’n twee uur na zonsopkomst was het eigenlijk qua licht al klaar.
Extreem gevoelig
Na enige tijd kwamen de eerste watersnippen vanuit hun slaapvertrek aanlopen. Je moet weten dat deze soort extreem gevoelig is voor beweging, dus je kunt de lens niet zomaar naar links of rechts zwaaien. Wanneer er eentje aankomt, moet de lens met hele minimale stappen worden bewogen naar de juiste plek – het liefst op momenten dat ze niet kijken. Dat is dus het moment dat ze enorme lange spijkers het slik in rammen, want ze houden echt alles in de gaten. Een ijsvogel is nog minder schuw.
Waar ik ook goed op moest letten is dat mijn ogen niet zichtbaar waren wanneer ze zo dichtbij liepen; dan namen ze namelijk de biezen. Voor een volgende keer denk ik er zelfs over om nog een soort mesh te gebruiken om mijn ogen te bedekken.
Genieten
Wanneer alles goed gaat en je je aan deze methode houdt, is het genieten. Soms geniet je zelfs zo dat je alleen nog maar kunt kijken, omdat ze zo dichtbij lopen en dat je er geen foto’s meer van kunt maken. Hoe heerlijk is dat? Want lenzen wisselen op deze momenten is natuurlijk een no go.
Daarnaast kun je het beste zoeken in augustus, want dat is de maand voor de trek van deze gecamoufleerde dartpijlen. Met een beetje hoop blijven ze hangen tot halverwege september.
Wat ik vooral geleerd heb tijdens dit spontane project is dat mijn geduld soms op de proef werd gesteld, maar dat het wachten altijd werd beloond. De alertheid van de watersnippen gaf mij nooit een kans om uit te zoomen wanneer ze dichtbij waren. Dit kwam omdat de lens in kwestie wat zwaarder liep en ik vanaf een rijstzak fotografeerde. Voor een volgende keer, mocht deze kans zich voordoen, hoef ik mij wat minder zorgen te maken omdat ik inmiddels gebruik maak van de Nikkor 400mm TC VR S. Dit houdt in dat ik met een enkele flip van 560mm naar 400mm kan uitzoomen. Een statief vind ik geen optie omdat ik dan niet laag genoeg de foto’s kan maken.
Eye-tracking
Een andere beperking die ik had met een DSLR is dat er nog geen eye-tracking op zit. Ik moest dus vooraf bedenken waar ik de vogel in beeld wilde hebben en daar het focuspunt op instellen. Het voorspellen hiervan is soms lastig. Met de Z9 gaat het tegenwoordig allemaal een stuk makkelijker.
Bewolkt weer blijft een van de beste omstandigheden, vooral bij tegenlicht. Dan komen de kleuren van de vogels het beste uit de digitale verf. Ik heb prachtige platen kunnen maken met mijn combi, maar de Z9 en de 400mm TC VR S gaan dergelijke fotosessies vanaf nu een stuk makkelijker maken. Het meest tevreden ben ik over onderstaande foto m.b.t. de close-upsessie.
Gebruikte apparatuur en accessoires voor deze opnames:
- Nikon D500 met de Tamron 150-600mm
- Camouflagenet
- Rijstzak
- Yogamat
- Gortex kleding
Dit artikel is geschreven door Kevin Hollmann. Alle foto’s zijn ook door hem gemaakt.
3 reacties
Je moeite is niet voor niets geweest, het is een prachtige serie geworden.
Groet Wil
Wat een prachtige reportage en vooral ook omdat je zo goed beschrijft hoeveel moeite je moest doen voor zulke prachtige platen. Voor niks gaat alleen de zon op, die kreeg je er gratis bij. 😀. Ik heb echt genoten 👌
Wat een keigave serie Kevin, bedankt ook voor je verhaal, je hebt een hoop moeite genomen maar het resultaat is er ook naar!