Ik heb een bloedhekel aan vroeg opstaan (en aan elektrische bakfietsen, maar dat doet er nu even niet toe).
Interne strijd
In deze tijd van het jaar strijden twee van mijn liefhebberijen daarom om voorrang: vogelskijken en slapen. Tijdens een groot deel van het jaar gaan die twee prima samen, maar naarmate de dagen langer worden (en de nachten evenredig korter), word ik steeds meer uiteengereten tussen de wens voor het ene en het verlangen naar het andere.
Rationeel bekeken is het natuurlijk allemaal vrij simpel. Het beste kun je naar buiten gaan rond zonsopkomst. De vogels zijn dan vaak het meest actief, het licht is meestal op zijn mooist en – niet geheel onbelangrijk – het is op veel plekken nog lekker rustig. In de wintermaanden is dat allemaal geen enkel probleem: de zon komt dan pas op als ik zelf op ben. Heerlijk.

Wekker wel of wekker niet?
Maar vanaf maart wordt het lastiger. Dan moet ik vooraf bedenken of ik op pad wil, want in dat geval moet ik de wekker zetten. Maar doen dan? Of misschien toch maar lekker uitslapen morgen? Maar ja, misschien wordt het wel een prachtige ochtend en werkt de nachtegaal nu wél mee. Als ik me nog eens omdraai zul je geheid zien dat iemand anders wél die mooie plaatjes heeft… Nee, een beetje FOMO is ook mijn niet vreemd.
Als ik een dagje vogelen plan met een vriend, dan probeer ik er altijd een half uurtje bij te smokkelen. Zegt hij: “Zal ik je om zes uur oppikken?”, dan zeg ik standaard “half zeven?”. Meestal wordt het dan kwart over zes. Hij is natuurlijk ook niet gek, en zet gewoon extra vroeg in. Heb ik heus wel door hoor.
Naarmate het voorjaar vordert wordt het steeds vroeger. Soms moet ik dan, voor het eerste licht, de wekker op half vijf of nog eerder zetten – grrrrrr.

Gezicht op onweer
En toch, in vrijwel alle gevallen loont het om vroeg op te staan. En hoewel mijn gezicht in eerste instantie op onweer staat, het lichaam kraakt en ik me afvraag of ik niet gewoon weer terug mijn nest in zal gaan, zet ik meestal toch maar door. Ruggengraat of juist gebrek daaraan?
Ben ik dan even later ergens in mijn uppie buiten, en hoor en zie ik langzaam alles langzaam tot leven komen, dan ben ik alle ongemak wonderbaarlijk snel vergeten. Ik ontspan, geniet, kijk en klik er vrolijk op los. Heerlijk, zo ontwaken in de natuur.

En toch
Ik weet dat het zo werkt, en ik weet dat ik eigenlijk nooit spijt heb, achteraf.
En toch.. elke avond worstel ik weer met de vraag wat te doen de volgende ochtend.
Was ik maar een vogel, dan hoefde ik er niet over na te denken …
4 reacties
In april was ik in Extremadura. Ik wilde niet terug gaan naar Nederland zonder een foto van een bijeneter. Tot mijn grote vreugde houden bijeneters ook niet van vroeg opstaan. Ik zat dus op een fatsoenlijke tijd klaar in de vogelkijkhut.
Zo herkenbaar! 1x ben ik midden in juni vroeg opgestaan om de zonsopkomst op het San Marcoplein te fotograferen. En daar moesten we nog een uur naartoe reizen! Maar geen spijt gehad.
herkenbaar verhaal; leuk dat je dit deelt
Geweldig je verhaal en foto”s Hans,gr Coby