Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl
Voor iedereen die vogelzang wil leren herkennen is de vink een cadeautje. Hij is niet te ingewikkeld, wordt luid en duidelijk voorgedragen en is in het hele land te horen. Van half februari tot in juli kun je hem horen zingen, van zonsopkomst tot zonsondergang, aan de vink zal het niet liggen.
Zoals bij veel vogelsoorten is de zang van de vink opgebouwd met tussenpozen: zangstrofe, pauze, zangstrofe, pauze, enzovoort. De zangstrofen hebben een min of meer vaste structuur: een eenvoudig motiefje wordt een aantal keren herhaald, waarna het liedje wordt afgesloten met een krachtig twee- of drielettergrepig slotmotief. Dat laatste noemen we de ‘vinkenslag’ en die is met name bedoeld om vrouwtjes te lokken. Het geheel duurt twee tot drie seconden en daalt geleidelijk van toon.
De zangstrofen klinken steeds (vrijwel) hetzelfde, totdat de vogel overschakelt op een andere strofentype en dat weer een tijdje herhaalt. We noemen dit ‘stereotype strofenzang’. Wil je meerdere varianten van die vinkenzang horen, dan hoef je dus alleen maar even bij een zingende vink te blijven staan; het is dus niet altijd hetzelfde liedje met de vink.
De vink kent diverse roepen, waarvan de meeste vrij luid zijn. Een van de bekendste is een helder pink dat afzonderlijk of meerdere keren herhaald ten gehore wordt gebracht. Aan deze roep dankt de vink zijn naam.
Ook kun je vaak een wiet of wuiet horen dat eindeloos kan worden herhaald, afhankelijk van de mate van opwinding. Vinken combineren deze roep vaak met de hiervoor genoemde pink: wiet-pink, wuiet-pink-pink.
Bij gevaar laat de vink een doordringend rollertje horen, vroeger de ‘regenroep’ genoemd, maar met het weer heeft deze roep niets te maken.
In de vlucht hoor je vinken veelvuldig tjup roepen.
Vinken zitten vaak middelhoog in een boomkroon te zingen. Bij hoge bomen wat meer onderin en bij lage bomen ook wel in de top. Je kunt ze de hele dag horen. Zelfs wanneer de meeste vogels het afleggen vanwege de hitte, zijn er altijd wel vinken die van geen ophouden weten, ook in kurkdroge biotopen. Het zijn geen vroege vogels, want wanneer de eerste hun liedje aanheffen, is het al volop licht.
Het in toonhoogte dalende liedje van de fitis lijkt enigszins op dat van de vink, maar het is zuiverder en ijler van toon en mist bovendien het slotmotief. Ook de zang van de geelgors zou je kunnen verwarren met die van de vink, met name wanneer eerstgenoemde zijn langgerekte eindnoot een keertje vergeet. De zang van een boompieper die vanaf een zangpost wordt voorgedragen (dus niet tijdens de baltsvlucht) heeft ook wel wat weg van de vinkenzang. Sommige roepen van de vink kunnen lijken op die van de keep, groenling, kneu of koolmees.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Veldgids Vogelzang
Geluiden: app BirdSounds Europe, Henk Meeuwsen
Reageer op dit artikel
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY