Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl
De boomkruiper, taigaboomkruiper, kortsnavelboomkruiper…. Er is veel verwarring over, maar het zit zo: De boomkruiper is de Certhia brachidactyla, die voorkomt in heel Nederland. In het uiterste zuiden van Nederland en in Wallonië komt een andere boomkruipersoort voor, namelijk de Certhia familiaris, en wel de ondersoort Certhia familiaris macrodactyla. Deze laatste wordt in de meeste boeken en sites ’taigaboomkruiper’ genoemd en ook hier op deze site.
Tussen beide soorten zijn enkele subtiele verschillen in het verenkleed en de snavel. Die zie je alleen op een duidelijke foto of als je de vogel goed in beeld hebt. Gelukkig hebben we de geluiden nog! De zang, en in mindere mate ook de roep is namelijk geheel anders. Hieraan klampen we ons in het veld aan vast als we weer eens puzzelen op een snel bewegende boomkruiper als we in Limburg of de Ardennen zijn.
Net als de boomkruiper zingt de taigaboomkruiper stereotiepe zangstrofen, maar die zijn een stuk langer en met meer noten dan de eenvoudige vier tot zes tonen van de boomkruiperzang. De strofe kent ongeveer de volgende structuur. Deze begint vaak met met een tot vier hoge korte tonen, daarna volgen een stuk of vijf lagere dalende fluittonen, afnemend in toonhoogte. Het derde deel begint met een iets hogere toon en versnelt dan tot een dalende triller en eindigt met een tweelettergrepig tsjoewie? Maar er zijn best grote verschillen tussen de verschillende strofen; het eindriedeltje wordt bijvoorbeeld weleens weggelaten en soms komt er ook nog eens een triller achteraan.
De taigaboomkruiper heeft net zo’n doordringende contactroep als de boomkruiper en ook zo’n serie hoge ti-ti-nootjes. Maar anders dan de boomkruiper heeft de taigaboomkruiper ook een wat langere, zachte lispelende roep. Vaak klinken de verschillende roep door en na elkaar.
Net als de boomkruiper is de taigaboomkruiper een bezig baasje, dat van boom naar boom vliegt. Zowel tijdens het foerageren als vanaf een tak markeert hij met zang zijn territorium, en dat de hele dag. Wel zijn er vaak lange pauzes tussen de strofen, zodat de zang altijd onverwachts klinkt.
’s Winters kunnen taigaboomkruipers overal in Nederland overwinteren. Dat is dan niet de ondersoort macrodactyla, maar de zogeheten ‘nominaat’: Certhia familiaris familiaris (kortweg: taigaboomkruiper).
Om de verwarring compleet te maken, is het nieuwste taxonomische voorstel om de naam ‘Kortsnavelboomkruiper’ te bestemmen als algemene soortnaam voor Certhia familiaris, met als ondersoorten Certhia familiaris familiaris uit Noord-Europa (taigaboomkruiper), Certhia familiaris brittanica (Britse boomkruiper), Certhia familiaris Corsa (Corsica) en Certhia familiaris macrodactyla uit Centraal-Europa, inclusief Limburg.
Volgens deze visie is de naam ’taigaboomkruiper’ voor de Limburgse vogels dus taxonomisch onjuist (die slaat alleen op de noordelijke ondersoort) en moeten we de Limburgse vogels kortweg ‘kortsnavelboomkruiper’ noemen. Om een onderlinge spraakverwarring te voorkomen kunnen we dus het beste oefenen op de wetenschappelijke namen.
Het slotmotief lijkt wel wat op de vinkenslag, maar de hele strofe is minder krachtig en wat zachter. Het timbre van de taigaboomkruiper heeft veel weg van dat van de heggenmus: hoog en ijl, maar de heggenmus heeft nooit zo’n uitgesproken vinkachtig slotmotief.
Reageer op dit artikel
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY