Zo klinkt de roodborsttapuit

De roodborsttapuit is geen meesterzanger, maar wel een juweeltje om te zien. Dat laatste alleen al is een reden om zijn zang in je oren te knopen. Dat valt nog niet mee, want hij schreeuwt zijn liedje letterlijk noch figuurlijk van de daken. Een roodborsttapuit ontdekken op het gehoor is een kwestie van finetunen, schreeuwerige vogels negeren en afstemmen op een zachter, verfijnder geluid. En elke keer dat dit lukt, wordt je beloond met het zicht op een van onze mooiste vogels.

Zang

De roodborsttapuit zingt een niet erg opvallend, snel en kort liedje waar niet veel melodie in valt te ontdekken. De zangstrofen duren tussen de 1 en 2 seconden en bestaan uit zeer korte fluittoontjes en onzuivere, krasserige tonen. Oneerbiedig gezegd zou je het een gehaast, krasserig en pieperig liedje kunnen noemen, maar juist deze benaming kon weleens helpen bij het leren herkennen van de zang van dit parmantige vogeltje. De pauzes tussen de strofen kunnen variëren in lengte, van minder dan een seconde tot twee à drie seconden.

Zangactiviteit

Roep

De alarmroep van de roodborsttapuit is een hoog fiet?. Deze wordt vaak gevolgd door de contactroep, een enkel of herhaald trèk, die doet denken aan tegen elkaar ketsende kiezelsteentjes. Het heeft de vogel de Engelse naam Stonechat opgeleverd.

Gedrag

Een zingende roodborsttapuit is vaak goed zichtbaar. Hij leeft in halfopen (natuur)terreinen en gebruikt een hoger punt (top van een boompje of struik, paaltje, draad) als zang- en uitkijkpost. Zo is hij goed te horen en kan hij zijn omgeving in de gaten houden. Ziet hij een lekker hapje op de grond of in de lucht, dan stopt hij even met zingen om zijn prooi te kunnen verschalken.

Vanaf ruim een uur voor zonsopkomst kun je de roodborsttapuit al horen zingen. De zangpiek duurt van zonsopkomst tot laat in de ochtend, maar de rest van de dag en zeker ook rond zonsondergang kun je hem horen.

Gelijkende soorten

• De zang van de roodborsttapuit doet denken aan die van de heggenmus. De zangstrofen van de heggenmus zijn iets langer en hebben een meer golvende cadans.
• De roodborsttapuit zingt sneller en minder ‘zagend’ dan de grasmus.
• Het vrij zeldzame paapje zingt deels lager en klinkt daardoor warmer en minder pieperig.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Veldgids Vogelzang
Geluiden: app BirdSounds Europe, Henk Meeuwsen