Zo klinkt de huiszwaluw

De zang van de huiszwaluw lijkt niet voor ons mensen bedoeld te zijn. Sterker nog: vogelzang is hoe dan ook niet voor ons bedoeld, maar hij wordt vaak zo uitbundig gebracht dat wij niet anders kunnen dan meegenieten. De huiszwaluw echter doet het rustiger aan en zingt zijn wat ondoorgrondelijke liedje met name in de privésfeer en lang niet zo veelvuldig als veel andere vogels. Gelukkig is hij een koloniebroeder en in een wat grotere kolonie klinkt binnen niet al te lange tijd altijd wel ergens zijn knusse gebrabbel, naast de vele andere geluiden die tot het repertoire van deze typische zomervogel behoren.

Zang

De zang van de huiszwaluw bestaat uit een aaneenschakeling van warme rollertjes, afgewisseld met diverse roepjes. De roepjes worden wat feller gebracht dan het warme gebrabbel dat vooral bedoeld lijkt te zijn om een (aanstaande) partner mee te verleiden. De zang volgt geen vaste structuur en de lengte van de pauzes tussen de strofen is variabel. De strofen zelf variëren in lengte van enkele seconden tot maximaal een minuut. Huiszwaluwen zingen zowel zittend als vliegend.

Zangactiviteit

Roep

De opvallendste en meest gehoorde roep van de huiszwaluw is de contactroep, een kort rollertje dat vaak twee keer achter elkaar klinkt. Deze roep wordt zowel zittend als vliegend voortgebracht. Eveneens opvallend is de alarmroep, een hoog en enigszins dalend TJII-iir. Naast deze twee uitingen beschikt de huiszwaluw over vele andere roepjes om mee te communiceren in de kolonies, waarin de nesten niet zelden direct aan elkaar grenzen en er heel wat te verleiden, verdedigen en uit te vechten valt.

Gedrag

In een wat grotere huiszwaluwkolonie is het overdag nauwelijks stil. In het begin van het broedseizoen worden al zingend en roepend paartjes gevormd, waarbij de zang van het mannetje vooral klinkt vanaf de mogelijke nestlocatie. Er is weinig zo aandoenlijk in de vogelwereld als een huiszwaluwpaartje dat op de rand van het in aanbouw zijnde nest zit te brabbelen en te knuffelen. Zoiets duurt echter nooit lang, want er is werk aan de winkel: het nest moet af. Al die tijd zijn in de kolonie de contactroepjes niet van de lucht en is er regelmatig gekrakeel tussen koloniegenoten die strijden om een partner, nestlocatie of nestelmateriaal. Zodra er wat oudere jongen zijn komt hun roep om voer daar nog bij.

Gelijkende soorten

• De boerenzwaluw zingt langere strofen, feller en meer staccato dan de huiszwaluw. Bovendien mist de zang van de huiszwaluw de voor de boerenzwaluwzang kenmerkende triller.
• De zang van de oeverzwaluw klinkt net als die van de huiszwaluw vrij zacht, maar is korter, minder gevarieerd en meer raspend van aard.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Veldgids Vogelzang
Geluiden: app BirdSounds Europe, Henk Meeuwsen