Vogels kijken is leuk, maar vogelsoorten echt herkennen is nog veel leuker. Want uiteindelijk wil je toch graag weten hoe die ene vogel heet die daar op die tak zit. Als je deze rubriek volgt leer je heel wat soorten herkennen, vooral de soorten die veel op elkaar lijken. Een van de lastigste duo’s in de vogelwereld is het duo glanskop matkop. Twee soorten mezen die qua uiterlijk heel erg op elkaar lijken. We doen toch een poging om de verschillen uit te leggen.
Subtiele verschillen in uiterlijk
Beide soorten mezen lijken als twee druppels water op elkaar. Ze zijn overwegend lichtbruin tot grijzig met een zwart petje, witte wangen en een zwart keelvlekje. Alleen zeer geoefende vogelaars durven met stelligheid de soorten uit elkaar te houden op basis van alleen hun uiterlijk. De lichte wang van de glanskop is meer tweekleurig en die van de matkop wat witter, en de glanskop heeft geen lichte vleugelbaan en de matkop wel. Het beste kenmerk om beide soorten te onderscheiden is een klein wit vlekje aan de snavelbasis die de glanskop wel heeft, maar de matkop niet. Het probleem is dat dat witte snavelvlekje bijna niet te zien is. Op basis van foto’s wordt het een klein stukje makkelijker.
Verschillen in biotoop
De glanskop en matkop zijn net als de andere mezensoorten hoofdzakelijk standvogel en dus het hele jaar in ons land aanwezig. Er is verschil in biotoop, al is er ook wel overlap. De glanskop is een vogel van oud loof- en gemengd bos met veel dode en afstervende bomen met een voorkeur voor eiken en beuken. De glanskop maakt een nest in bestaande holtes. Ook in grote tuinen en parken is hij aan te treffen en zelfs op voedertafels. In moerasgebieden zal je deze soort niet snel aantreffen.
De matkop broedt juist graag in natte gebieden: moerasgebieden, maar ook in vochtig loof- en gemengd bos met rijke ondergroei, vaak met zachthoutboomsoorten als berken, elzen en wilgen, waarin hij zelf een nest uithakt in. Op de voedertafel zal hij niet snel verschijnen. Het habitat waar je de vogel ziet kan dus een aanwijzing geven, maar in gemengde (oude) bossen kunnen beide soorten voorkomen. Het geluid is uiteindelijk het beste determinatiekenmerk.
Verschillen in geluid
De glanskop roept een explosief pieTSJE, enigszins agressief klinkend. De matkop roept 1-2 korte noten si-si-PEH-PEH. De zang van de glanskop is meestal een luid rateltje, een enigszins geagiteerd klinkend tsif tsif tsif. De matkop zingt een beetje rauw en hees zi-zi-DÈÈH DÈÈH DÈÈH (te onthouden als pietje-pietje-pè-pè-pè), maar ook een enigszins treurig of melancholisch klinkend tiUU tiUU tiUU tiUU tiUU. In de rubriek Vogelzang zullen de verschillen nog uitgebreider worden toegelicht, maar je kunt via de soortinfo onderaan dit artikel al de verschillende geluiden beluisteren.
Blijft lastig
Het onderscheid puur op uiterlijk is bij deze twee soorten dus erg lastig en meestal is het een combinatie van factoren om tot een juiste determinatie te komen. Gelukkig zijn de meeste andere soorten eenvoudiger uit elkaar te houden!
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Veldgids Vogels vergelijken, een uitgave van de KNNV.
Eén reactie
Ik heb vandaag 4-12-2023 om 12.45 uur in Zoetermeer een matkop op mijn balkon gehad, hij/zij at in zijn geheel gepelde zonnebloempitten uit de 2 voederkokjes, deze mees heb ik hier nog nooit gezien, wel dagelijks doorlopend 4-6 koolmezen die hele dag eten en ook een roodborstje en merels, een man en een vrouw. Ze eten halve pinda’s, gepelde zonnebloempitten, ook gedroogde meelwormen, zaden uit vetbollen die ik verkruimel en neerleg. Mijn balkon staat vol met diverse planten, struikjes, ook hoge, een flinke jasmijn die ze graag bezoeken voor het voer op de bodem van de zeer grote pot.