Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl
De kuifduiker is een soort fuut die in zeer kleine aantallen doortrekt en overwintert en broedt in Noord-Europa en IJsland. Hij is te zien langs de Noordzeekust, maar ook wel op binnenwateren. Het expressieve zomerkleed, met de goudgele pluimen aan weerszijden van de kop, staat in schril contrast met het zwartgrijze uiterlijk van volwassen en jonge vogels in de winter. Het is een prachtig gezicht hoe deze actieve vogel telkens met een plons onder water duikt om daarna met een visje of iets anders eetbaars boven te komen. Tijdens het fotograferen is het goed opletten waar ze opduiken, want voor je het weet zijn ze weer onder water verdwenen.


Een kuifduiker in zomerkleed is in Nederland jammer genoeg maar zelden waar te nemen. Deze futensoort is alleen in de winter, als de vogel in winterkleed is, in vrij kleine aantallen met name langs de kust te zien. Heel af en toe kun je een winterse kuifduiker in het binnenland tegenkomen en dan met name op groot en diep water zoals grote rivieren, spaarbekkens en grindafgravingen. Ook op het IJsselmeer en grote meren kan de kuifduiker wel eens opduiken. In de zomer verblijven en broeden ze in Noordoost Europa, IJsland en Schotland. Dichterbij dan Schotland komen we ze in de zomer niet tegen. Als de kuifduiker in de wintermaanden hier voor de kust verblijft zien we een zwartgrijze vogel met bovenop de kop en rug donkere veren en lichte bijna witte veren op met name de wangen, hals en borst. De flanken zijn meer grijs gekleurd en zijn een mix van zwarte en witte veren.

De kuifduiker heeft in de zomer een schitterend gekleurde kop met aan weerszijden van de kop een mooie goudgele verenwaaier(1) die het niet onder het oogniveau komt. De ogen(2) zijn in de broedperiode opvallend helder rood en daarbuiten kleuren ze iets meer roze. De snavelpunt(3) is in alle kleden bijna wit gekleurd en dat is zowel bij adulte vogels als bij juveniele vogels zo. De kuifduiker is vooral te herkennen aan de vlakke zwarte voor-kruin(4) waardoor de kop wat driehoekig oogt. De naakte huid(5) tussen het oog en de snavelbasis is net als het oog rood gekleurd. De hals is roodbruin gekleurd net als de flanken en borst. De bovendekveren en rug zijn zwart gekleurd. De wangen(6) zijn tot aan het begin van de hals ook zwart gekleurd.

Een kuifduiker in winterkleed is vanaf het najaar langs de kust waar te nemen alwaar de vogels de winter doorbrengen. De kuifduiker heeft zijn prachtkleed dan al ingewisseld voor het enigszins saaie grijswitte winterkleed. Het opvallende rozerode oog blijft wel goed zichtbaar maar verder zijn maar weinig veren over die aan het prachtkleed doen denken. In dit winterkleed is de vogel lastig te onderscheiden van een geoorde fuut die zowel in de winter als in de zomer een vergelijkbaar verenkleed heeft waardoor de vogels lastig uit elkaar zijn te houden. Verder valt bij de kuifduiker de helderwitte zijkop goed op net als de lichte snavelpunt.

De kuifduiker wisselt aan het eind van de zomer het spectaculaire zomerkleed in voor het veel rustiger ogende winterkleed. In deze periode waarin het verenkleed geleidelijk aan gewisseld wordt, wordt het verenkleed het eclipskleed genoemd. Je ziet dan in een korte periode een mix van zomer- en winterveren en ziet de vogel er wat rommelig uit.

Een kuifduiker duikt met een plons onder water en met zijn krachtige poten die helemaal achteraan het lichaam zitten zwemt hij achter visjes aan. Hij voedt zich met name met dierlijk voedsel zoals kleine visjes, kreeftachtigen, larven en insecten die in het water leven. Vaak worden kleine prooien nog onderwater in een keer ingeslikt. Grotere prooien worden meegenomen naar het oppervlak en dan doorgeslikt. De kuifduiker kan tot maximaal 5 meter diep duiken en kan zo’n 30 seconden onderwater blijven. Ze leggen drie tot vijf eieren in drijvend nest wat gedurende de hele broedperiode steeds opnieuw voorzien wordt van vers plantmateriaal.

Een geoorde fuut lijkt sprekend op een kuifduiker, zowel het zomerkleed als het winterkleed van beide vogels lijken sprekend op elkaar. Bij de geoorde fuut verschilt de kop met de steile hoge kruin sterk met de vlakkere wat driehoekig ogende kop van de kijfduiker De snavel is kort, geheel zwart gekleurd en mist de witte punt. De goudgele kopveren lopen bij de geoorde fuut wel door onder het oog en zien er wat minder strak en waaiervormig uit. De hals en borst zijn bij de geoorde fuut in plaats van roodbruin zoals bij de kuifduiker juist zwart gekleurd .
Geef een reactie