Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl
Deze rover van de zee jaagt achter meeuwen en sterns aan om ze hun prooi te ontfutselen. Het zijn erg goede vliegers die je vanaf de nazomer langs de Nederlandse kust kunt treffen. Heel soms verdwaalt er één en worden ze ook in het binnenland gezien.


De kleine jager is de meest voorkomende jager die we hier langs onze kust kunnen zien. Kleine jagers zijn slanke en elegante vogels die met hun lange staartveren en soepele vlucht zwaluwachtig overkomen, terwijl de andere jagersoorten een meer zwaardere en minder soepel vlucht hebben. Het zijn zeegebonden vogels die met name in de winter op de open oceanen van het zuidelijke halfrond overwinteren. Het zijn dus zeegebonden oftewel pelagische vogels. Met name in de herfst kunnen ze met de juiste wind in flinke aantallen dicht onder de kust zuidwaarts vliegen. In de vlucht lijkt een jager wel wat op een donkere valk alhoewel er ook lichte kleurvarianten zijn. Kleine jagers hebben met hun lange spitse vleugels een krachtige en vastberaden vleugelslag. Alle jagers zijn roofvogels die niet alleen voedsel bij andere vogels weghalen maar ook zelf kleine prooidieren vangen.

De kleine jager heeft een krachtige snavel die aan de punt voorzien is van een scherpe haak. In de vlucht en in vergelijking met de middelste en grote jager, oogt het als een vrij ranke snavel. Aan de ondersnavel is een duidelijke gonyshoek(1)* zichtbaar. De snavelbasis(2) is in vrijwel alle leeftijdsklassen licht gekleurd en bevederd. De kopkap is donker gekleurd en loopt enigszins diffuus en minder scherp getekend door tot onder het oog. De borstband(3) is alleen bij lichte exemplaren egaal en diffuus zichtbaar ten opzichte van de lichte keel en buik. Bij donkere exemplaren is dat als vanzelf niet zichtbaar. De ondervleugel is bij alle kleurvariëteiten donker gekleurd. De middelste staartveren(4) zijn lang en puntig.
* De gonyshoek is de hoek of knik aan de onderzijde van de snavel. De onderste snavelhelft maakt hier een lichte buiging naar beneden die bij veel vogels zoals meeuwen maar ook bij alle jagers te zien is.

Juveniele kleine jagers kunnen in veel kleurvariaties voorkomen, van hele donkere tot vrij lichte exemplaren. Bij lichte exemplaren is ook meer tekening in de veren te zien en kan ook de kleur van het verenkleed enigszins geelbruin overkomen. De middelste staartveren zijn nog vrij kort en steken nog amper voorbij de buitenste staartveren. Bij donkere exemplaren is nauwelijks enige tekening in het verenkleed te zien. Op de handpennen van een licht gekleurde kleine jager is alleen op de bovenzijde van de dekveren op de schacht wel wat wit te zien maar is niet nadrukkelijk aanwezig. De snavelbasis is ook bij juveniele vogels, net als bij volwassen exemplaren lichtgekleurd.

Deze jagers volgen vooral buiten de broedtijd langstrekkende meeuwen en ook wel sterns. Zodra deze vogels een prooi hebben gevangen, duiken de jagers op om de prooi van de meeuw of stern af te pakken. Dit gedrag noemt men ook wel kleptoparasitisme. Ze zijn in hun achtervolging erg volhardend en geven niet eerder op dan dat de prooi losgelaten of uitgebraakt wordt. Deze tactiek vergt een grote wendbaarheid en snelheid om de onverwachte bewegingen van meeuwen te kunnen blijven volgen. In de broedtijd foerageren de kleine jagers ook op muizen, lemmingen, vogeleieren, bessen en zelfs insecten.

Van de jagers lijkt vooral de kleinste jager veel op de kleine jager. Met name adulte kleinste jagers in winterkleed en juveniele kleinste jagers lijken sterk op de kleine jager. De normaal gesproken extreem lange middelste staartpennen van de adulte vogels zijn dan kort. De adulte kleinste jagers komen alleen in een lichte vorm voor en zijn dus niet variabel gekleurd zoals de kleine jagers dat wel zijn.
Hét onderscheid bij juveniele kleinste jager is dat de twee buitenste handpennen een witte schacht hebben.
Geef een reactie