Zo herken je de braamsluiper

Kenmerken

Een braamsluiper is een grasmussenssoort en is een klein onopvallend zangvogeltje dat vooral verborgen in het struikgewas leeft. Het verenkleed is eenvoudig en valt door de vooral zachte grijstinten niet op. De kop en rug zijn warm lichtbruin gekleurd. De bijna witte keel valt wel erg op en steekt af tegen de grijze kop en donkere snavel. En net zoals zijn onopvallende verschijning en zijn verborgen gedrag is ook zijn lied niet uitbundig of nadrukkelijk aanwezig. Je moet goed luisteren om zijn levendige soms wat nerveuse rateltje te horen. Het lied begint meestal wat aarzelend alsof hij zijn stem eerst wil testen of keel wil schrapen om daarna te vervolgen met een korte uitbarsting van krassende klanken. Vanaf eind april, begin mei arriveren de braamsluipers in ons land en zodra de vrouwtjes gaan broeden stopt het mannetjes met zingen en wordt het erg lastig om de braamsluiper te zien.

Verenkleed

De mannetjes en vrouwtjes braamsluipers zien er hetzelfde uit. Doordat alleen het mannetje zingt, is er verschil op te merken. De snavel (1) is donker en dun wat laat zien dat het een echte insecteneter is. De keel (2) is helder wit gekleurd met een scherpe aftekening tot onder de snavel en wang. De kop (3) is grijs gekleurd en loopt over naar meer grijsbruin op de rug- en dekveren. De arm- en handpennen (4) zijn net wat donkerder tot bijna zwart in het centrum van de veer gekleurd. Een braamsluiper heeft een onderbroken witte oogring (5). De poten (6) zijn geheel donker gekleurd.

Kenmerkend gedrag

De braamsluiper is een zangvogel die bekend staat om zijn levendige en soms onrustige gedrag. Vooral in het voorjaar, eind april en mei als de braamsluiper hier arriveert, is de vogel goed te herkennen aan zijn karakteristieke zang. Met zijn zang bakent hij zijn territorium af en lokt hij de vrouwtjes. Braamsluipers zijn echte struikbewoners en houden van halfopen landschappen begroeit met doornstruiken zoals bramenstruiken, mei- en sleedoorns. Ze bewegen zich snel en behendig door deze struiken en als je ze dan te zien krijgt zitten ze vaak met hun staart omhoog gericht. Ze maken korte onregelmatige vluchten van struik naar struik. Tijdens de broedtijd vertonen de mannetjes baltsgedrag waarbij ze opgewonden kunnen zingen en op en neer fladderen om indruk te maken. Hun gedrag is actief, alert en ook wel wat schichtig wat goed past bij hun voorkeur voor beschutting en dekking.

Gelijkende soorten

Als je het leefgebied meeneemt in de zoektocht naar een vogelsoort die het meest op een braamsluiper lijkt kom je al snel bij de grasmus uit. Niet gek want het zijn familieleden. De braamsluiper is net als de grasmus een lid van de familie van zangers (Sylvidae). In grote lijnen lijken ze ook op elkaar, Het grijze soms iets bruinere kopje, de witte keel en de van grijs naar bruin overlopende nek en rug hebben ze gemeen. De grasmus heeft licht pootjes, een brede witte oogring en een iets lichtere snavel dan de braamsluiper. Beide vogels houden van struiken en half open landschappen.

Wist je dat?

• Een oude Nederlandse benaming voor een braamsluiper molenaartje is? Het zanggeluid van de braamsluiper doet namelijk denken aan het geluid wat het raderwerk van een houten molen maakt.
• Heel vroeger een braamsluiper ook vanwege zijn zang mitrailleurtje werd genoemd?