Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl
De alk is een schaarse zeevogel die sterk lijkt op de zeekoet. Bij het zeetrektellen is het lastig om de alk op afstand te onderscheiden van de zeekoet en noteert men vaak alk/zeekoet. Van dichtbij valt de forsere snavel al snel op. Bij sterke noordwestenwind laat de alk zich wat vaker dicht bij de kust zien.
Alken zijn echte zeevogels die een groot deel van hun leven op zee doorbrengen. Met name tijdens de broedperiode zijn ze aan land te zien. De helft van de gehele alkenpopulatie broedt in IJsland doet. De andere helft broedt op de steile kliffen van de Noorse, Ierse en Britse kust. Als de alken naar voedsel duiken gebruiken ze hun vleugels en poten om de diepte op te zoeken. In de vlucht zijn alken door hun snelle vleugelslag moeilijk te bekijken en te herkennen. Daarbij vliegen ze laag over het water en vaak ook tussen de golven doorgaat waardoor ze steeds even uit het zicht verdwijnen. In de winter zijn kleine aantallen alken ook voor de Nederlandse kust te zien en met name de Brouwersdam is daarvoor een prima plek.
Een alk in zomerkleed heeft een diepzwarte kop (1) en bovenzijde (1) en een hagelwitte buik en borst (2). Ook de korte poten (3) zijn diepzwart net als de hoge zwarte snavel (4). De snavel is in de breedte vrij smal en heeft een opvallende verticale witte streep (5) die ook in de winter zichtbaar blijft. In de zomer is ook nog een horizontale witte streep (6) te zien die van de bovenkant van de snavel tot het oog doorloopt. In het winterkleed is deze streep in tegenstelling tot de verticale witte streep niet meer te zien.
In het winterkleed zijn de kop en bovendelen minder diepzwart dan in de zomer. Dan is de zijkant van de kop, vanaf het oog, eerder vuilwit en diffuus getekend. De witte verticale lijn op de snavel blijft in de winter zichtbaar terwijl de horizontale witte streep naar het oog verdwijnt. Ook de lange puntige staart is in de winter goed zichtbaar.
Een eerste kalenderjaar alk heeft grotendeels hetzelfde verenkleed als een adulte alk in winterkleed maar hij mist de witte verticale streep op de snavel. En in het eerste kalenderjaar is de snavel ook nog niet zo groot en grof als die van een adulte alk. De bolling is nog niet zo prominent aanwezig.
Alken zijn koloniebroeders die ook samen met andere vogels op de steile kliffen broeden. Alken bouwen geen nest en leggen maar één ei per broedseizoen op een kale rotsrichel. Het ei wordt zowel door het vrouwtje als door het mannetje bebroedt. Alken liggen diep in het water en kunnen ook diep duiken naar voedsel waarbij ze de poten en vleugels gebruiken om onder water met een krachtige zwembeweging op haring en spiering te jagen. In de vlucht is goed te zien dat de korte poten niet voorbij de staart steken waardoor de vogel kort en een beetje plomp oogt.
De houding van de zeekoet en de tekening van de veren van zowel alk als zeekoet lijken sterk op elkaar en de twee zijn zeker in de snelle vlucht, laag over het water over zee makkelijk te verwarren. Een zeekoet lijkt erg op een alk maar heeft een veel dunnere spitse snavel. Ook de ver voorbij de staart uitstekende poten van de zeekoet zijn dan goed te zien en helpen met het herkennen van een van de twee soorten. De zeekoet heeft geen witte strepen op de snavel maar hij heeft wel een dunne witte oogring.
Geef een reactie
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY