Veel fotografen kijken er naar uit, de terugkomst van de blauwborst. Waar eerder de terugkomst van de eerste vogels vooral eind maart was, is dat de laatste jaren met een week of twee vervroegd. Soms wordt de vogel al voor half maart waargenomen, met zelfs zeer vroege waarnemingen in februari.
De binnenkomst van de meeste vogels blijft toch eind maart en begin april. Vanaf die tijd horen we ze dan ook veelvuldig in hun broedgebieden zingen, totdat de vrouwtjes ook binnenkomen.
Als er gepaard is stopt de zang grotendeels en besteedt het paartje alle tijd aan de broedzorg. In natte gebieden met veel dichte begroeiing, zoals moeras(bossen), is de soort veel te vinden.

Hoewel de tjiftjaf in klein aantal overwintert in Nederland, is het altijd leuk om de eerste voorjaarsvogels weer terug te zien keren. In de winter zingen de vogels niet, maar zodra de eerste voorjaarsvogels terugkeren kun je hun karakteristieke zang weer horen. De eerste vogels arriveren in de eerste week van maart in het zuiden van het land, maar (door)trek en nieuwe aankomst door het hele land gebeurt tot eind april. Vanaf april hoor je de soort in veel tuinen, bossen en duinstruwelen weer zingen. Dat is dan ook de makkelijkste manier om de soort op te merken in het voorjaar.