Welke vogels zijn er nu onderweg?

De Koekoek is ook weer zo’n typische soort die ver in Afrika overwintert en vanaf half april weer in Nederland terug verwacht kan worden, hoewel er ook met regelmaat waarnemingen eerder in april zijn, vaak doortrekkende vogels. Zingende vogels zijn meestal weer vanaf de tweede helft van april te horen. In mei komen de laatsten aan, waarvan de meesten meteen na eileg alweer wegtrekken, ofwel al vanaf eind juni.
Jonge vogels verblijven langer in ons land, deze kunnen nog tot in augustus/september gezien worden.

Halverwege maart kunnen we de zwaluwen weer terug verwachten in Nederland, waarbij de huiszwaluw gemiddeld de laatste van onze drie zwaluwsoorten is die hier arriveert. De grote meute komt pas in april, vaak zelfs later in april.
Als je eind maart aan de kust op een trektelpost gaat staan met ZO-wind heb je de grootste kans om een vroege huiszwaluw te treffen. Maar ook plassen in het binnenland zijn het checken waard.
Begin mei is de soort door het hele land te vinden bij bruggen en gebouwen, waar ze hun nest metselen. 

De Bosruiter is een doortrekker in ons land, waarvan het grootste gedeelte vanaf half april tot ver in mei doortrekt. Waarnemingen eerder in maart of in de winter zijn zeer uitzonderlijk.
Op dagen met goed trekweer en daarnaast wat tegenwind kunnen bosruiters op hun trektocht opeens ‘massaal’ arriveren en tijdelijke tussenstops maken in allerlei plasdras gebiedjes, waar ze dan in groepjes bij elkaar kunnen worden waargenomen.
Met de juiste wind en het juiste weer zijn ze dan ook weer snel door op weg naar hun broedgebieden.

De Groenpootruiter overwintert in kleine aantallen in Nederland, ruige schatting is minder dan 100 exemplaren. In het voor- en najaar trekt de Groenpootruiter hier door naar en van hun broedgebieden.
De voorjaarstrek valt vanaf eind april en duurt tot begin mei. Ook bij deze soort is het aantal doortrekkers in het voorjaar lager dan in het najaar, vanaf juli kunnen we alweer veel grotere aantallen zien van vogels op de terugweg naar hun overwinteringsgebieden. 

Hier en daar wordt er wel eens een overwinterde visdief waargenomen, maar dat zijn uitzonderingen. De eerste vogels kun je eind maart alweer waarnemen. Dit zijn vaak waarnemingen aan de kust, maar soms ook in het binnenland.
De echte voorjaarstrek begint half april en dan zullen de meeste vogelaars ook hun eerste visdieven zien. Deze voorjaarstrek duurt tot in mei, waarbij het overgrote deel de kustlijn volgt. Eenmaal bij de broedgebieden zijn de vogels gemakkelijk te vinden door hun kenmerkende roep.

De gele kwikstaart is een van de vogelsoorten die vroeg in het voorjaar bij ons terugkeert. De eerste vogels keren terug vanaf half maart, maar in maart zijn het altijd nog maar enkele exemplaren.
In april komt de gele kwikstaart massaal binnen. Deze binnenkomst en doortrek duurt de hele maand, waarbij later de engelse kwikstaart en in mei ook de noordse kwikstaart zich aansluiten. In april zijn de vogels veel te vinden langs de kust in natte en insectenrijke gebieden.
De soort broedt vooral in boerenland, en is ook vaak op kort gemaaid gras met vee te vinden. 

Vanaf de eerste week van maart worden vaak de eerste meldingen gedaan van zwaluwen. Dit zijn vooral boerenzwaluwen en oeverzwaluwen.
Pas in de eerste weken van april komen de grotere aantallen boerenzwaluwen het land binnen. Eerst zie je vooral grote aantallen langs de kust, veelal op trektelposten. Een groot deel van deze vogels trekt nog noordelijker.
In de weken erna zie je de boerenzwaluw bij veel boerenerven vliegen, dat zijn de Nederlandse broedvogels.
Meestal piekt zijn neef de oeverzwaluw eerst in aantal, de grotere aantallen huiszwaluwen komen als laatste zwaluwsoort het land in.