Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis
Hieronder lees je welke vogelsoorten op dit moment Nederland & België binnentrekken of die je deze week kunt verwachten. Sommige soorten trekken door naar noordelijker locaties, andere soorten komen bij ons als broedvogel.
We updaten deze pagina tijdens de trektijd twee maal per week. Zo volg je de vogeltrek op de voet en weet je wanneer je welke soorten kunt verwachten.
De zwarte roodstaart overwintert in klein aantal in Nederland en België, vaak in stedelijk gebied. In maart zien we de aantallen weer groeien, ook in de broedgebieden op het platteland.
De meeste vogels overwinteren in Zuid Europa. Met goed weer en de wind in de rug komen ze al vroeg terug, maar de vogels blijven ook arriveren tot in april. Gemiddeld keert de zwarte roodstaart een maand eerder terug dan zijn naaste familielid de gekraagde roodstaart die verder in Afrika overwintert.
De soort is in het hele land te vinden in het voorjaar, maar de meeste broedvogels zie je in Oost-Nederland.
De Zwarte Ruiter overwintert in kleine aantallen in ons land, voornamelijk in de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta.
Vanaf half maart tot eind mei krijgen we jaarlijks te maken met een golf van doortrekkers op weg naar hun broedgebieden in het noorden, waarbij de bulk vooral eind april te zien is. Toch zien we de grootste aantallen in juni en juli. Dit zijn vogels die alweer terugkeren, vaak nog volledig in zomerkleed. In het voorjaar is de soort vooral in het Waddengebied te zien in het slik, maar ook slikranden van zoet water in de rest van het land zijn populair. De Dollard is een goede plek.
Vanaf de eerste week van maart worden vaak de eerste meldingen gedaan van zwaluwen. Dit zijn vooral boerenzwaluwen en oeverzwaluwen.
Pas in de eerste weken van april komen de grotere aantallen boerenzwaluwen het land binnen. Eerst zie je vooral grote aantallen langs de kust, veelal op trektelposten. Een groot deel van deze vogels trekt nog noordelijker.
In de weken erna zie je de boerenzwaluw bij veel boerenerven vliegen, dat zijn de Nederlandse broedvogels.
Meestal piekt zijn neef de oeverzwaluw eerst in aantal, de grotere aantallen huiszwaluwen komen als laatste zwaluwsoort het land in.
Het melancholieke liedje van de fitis, een van hoog naar laag gaand deuntje, is een typische aankondiging van het voorjaar.
De fitis komt van verder (Noord-Afrika) dan zijn naaste soortgenoot de tjiftjaf en arriveert gemiddeld 2-3 weken later in ons land. De eerste vogels kunnen al vanaf half maart gezien worden, of bij goede weersomstandigheden al vanaf begin maart.
Meldingen van de soort in februari blijken meestal meldingen van de eerste zingende vinken te zijn, die zacht prevelend hun eerste liedjes oefenen. De soort komt in het hele land in bossen, struwelen en tuinen voor.
De gele kwikstaart is een van de vogelsoorten die vroeg in het voorjaar bij ons terugkeert. De eerste vogels keren terug vanaf half maart, maar in maart zijn het altijd nog maar enkele exemplaren.
In april komt de gele kwikstaart massaal binnen. Deze binnenkomst en doortrek duurt de hele maand, waarbij later de engelse kwikstaart en in mei ook de noordse kwikstaart zich aansluiten. In april zijn de vogels veel te vinden langs de kust in natte en insectenrijke gebieden.
De soort broedt vooral in boerenland, en is ook vaak op kort gemaaid gras met vee te vinden.
Visarenden overwinteren tot diep in Afrika. Toch komen onze eigen broedvogels tegenwoordig al eind maart terug naar hun nesten.
De vroegste waarnemingen vallen in de laatste jaren rond 21 maart. In de maand april volgen dan nog veel meer vogels. Dit zijn voornamelijk de broedvogels uit noordelijkere streken. Deze laatsten kunnen overal in het land overtrekkend worden waargenomen.
Echt overwinterende exemplaren worden nog niet waargenomen, hoewel sommigen tot in november of december kunnen worden gezien.
Naast broedgebieden als de Biesbosch kun je in april dus ook enkele vogels in de kustgebieden zien doortrekken.
De soort is in de wintertijd in Afrika te vinden en komt zowel als doortrekker en broedvogel door Nederland. De eerste vogels worden in maart gezien, maar het overgrote deel van de vogels komt pas vanaf april ons land in.
De typische duin- en heidebroeder komt als broedvogel nog alleen voor in de duingebieden en enkele heide en stuifzandgebieden op de grens van Friesland en Drenthe. De vogels worden naast de broedgebieden ook veel in graslanden, vaak op paaltjes, gezien. Vanaf midden april is de soort in het duingebied veel bij oude konijnenholen te zien, waar de soort in broedt.
De iets grotere ondersoort uit Groenland trekt in het voorjaar ook door ons land.
Deze vogels zijn nu onderweg.
©Vogelskijken is onderdeel van PiXFACTORY