In Europa nestelen vijf futensoorten: fuut, roodhalsfuut, kuifduiker, geoorde fuut en dodaars. In dit artikel maak je kennis met deze boeiende vogelfamilie.
Fuut
Bij de futenfamilie wordt meestal als eerste aan de fuut gedacht, hoewel die geen typische vertegenwoordiger van zijn familie is. De meeste futensoorten eten vooral waterinsecten en andere geleedpotigen, en af en toe een enkel visje. De fuut eet juist vooral vis. Ook broedt het merendeel van de soorten in de regel niet in diepere open meren zoals de fuut, maar in ondiepe plassen met veel onderwatervegetatie en het liefst zonder grote vissen. Geoorde futen en dodaarzen tonen dan ook veel meer de typische familiekenmerken dan de fuut. Verder is de fuut een opportunist: hij kan zich in vele leefomgevingen goed handhaven.
De fuut valt op door zijn spectaculaire balts, die zelfs in veel parken en andere stedelijke wateren te bewonderen is. Het dier heeft ongeveer de lengte van een wilde eend, maar heeft met zijn lange dunne hals en lange snavel een sierlijker uiterlijk. In het broedkleed, ook pracht- of zomerkleed genoemd, heeft de vogel boven op de kop twee donkere kuiven en aan de zijkant verlengde, roodbruine wangveren met zwartbruine uiteinden. De prachtige koptooi wordt platgedrukt als de vogels alert zijn, en opvallend opgericht of uitgewaaierd tijdens de vele baltshandelingen.
De ongeveer tien verschillende roepen van de fuut bestaan meestal uit nasale keelklanken en klinken nogal schel. Toch zijn deze vocale uitingen niet onaangenaam en doen geen afbreuk aan de kalmte en rust van zijn prachtige balts.
Roodhalsfuut
Europese roodhalsfuten zijn iets kleiner en compacter dan futen, hebben een kortere, dikkere hals en niet zo’n lange snavel. In broedkleed hebben ze opvallend grijswitte wangen en keel. De voorkant en zijkanten van de hals zijn warm roodbruin.
In het voorjaar zijn deze vogels dikwijls extreem luidruchtig, hun zang is van grote afstand te horen. Dit geluid is het best te omschrijven als een combinatie van een doodsbang krijsend biggetje en het hinniken van een veulen. Heel wat auteurs spreken dan ook over brullen en schreeuwen.
Kuifduiker
Kuifduikers in prachtkleed hebben een glanzend zwarte kop met aan beide zijden een brede oranjeachtige, gouden band die bij het oog begint en eindigt in een grote oorpluim. De wangveren zijn verlengd en vormen zwarte kopkragen; de hals en bovenborst hebben een warme kastanjebruine kleur.
Gedurende de vestiging en verdediging van het territorium maken kuifduikers veel geluiden, speciaal als er meerdere paren in een klein gebied nestelen. Hun vocale uitingen vallen het best te omschrijven als een zacht trillen met ertussendoor wat schrille of kakelende tonen.
Dodaars
De dodaars is het kleinste familielid van de Europese futensoorten, zo klein dat hij soms verward wordt met eendenkuikens. De vogeltjes hebben een gedrongen lichaam, waarvan de lichtgrijze achterzijde vaak donsachtig opgezet is. Hoewel het mooie vogeltjes zijn, bezitten ze niet de prachtige kopversieringen die je bij de vier andere Europese fuutachtigen ziet. Wel hebben ze heldergele mondhoeken (snavelbases), die opvallend afsteken tegen de donkere kop. De wangen, keel en hals zijn kastanjebruin.
Vooral in het voorjaar klinkt hun karakteristieke geluid, een vérdragende, rinkelende en hoge trillende roep die ze speciaal laten horen als duet tussen mannetje en vrouwtje bij de balts en territoriumafbakening.
Geoorde fuut
Geoorde futen zijn kleiner dan kuifduikers en groter dan dodaarzen. Net als dodaarsjes hebben ze een gedrongen lichaam en ‘poederdons’ aan de achterkant, waardoor hun romp kort en rond aandoet. Deze grappige en levendige fuutjes vallen in broedkleed op door hun zwarte kop en hals en uitwaaierende, goudgele oorpluimen achter de opmerkelijk rode ogen. Deze oorpluimen vormen echter geen gesloten driehoek zoals je dat ziet bij kuifduikers. Eveneens karakteristiek zijn hun steile voorhoofd en iets opgewipte snavel.
Hun geluidsuitingen passen volkomen bij deze charmante vogels. In het voorjaar hoor je hun fluitachtige, klagende, tjilpende en kwetterende geluidjes, gewoonweg prettig om te horen.
Boek
Het nieuwe boek ‘Een leven op en onder water’ geeft je een intiem kijkje in het leven van de vijf Europese futensoorten: de fuut, roodhalsfuut, kuifduiker, geoorde fuut en dodaars. Met teksten van futenexpert Jan Johan Vlug leer je alles over hun gedrag en ecologie, ondersteund met adembenemende foto’s van Misjel Decleer die heel Europa afreisde om alle soorten en gedragingen op persoonlijke wijze in beeld te brengen.
Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere:
- Kennismaking met alle Europese futensoorten
- Veranderingen in de aantallen broedvogels
- Voeding en het vangen van prooien
- Uiterlijke verzorging
- Territoriumgedrag
- Baltsen, paren, nestbouw en broeden
- Kuikens en hun opvoeding en verzorging
- Overwinteren en trekken
- Bedreigingen
Een leven op en onder water
Een must-have voor iedereen die meer wil weten over de verborgen wereld van de futenfamilie.
Tot en met 13 oktober ontvang je € 5,- pre-korting op aanschaf van dit boek.