Weinig dieren zijn zo iconisch als de flamingo. De opvallende roze vogel met lange nek, vaak balancerend op één poot, behoort voor veel mensen tot de populairste dieren. Er bestaan wel vier verschillende soorten, waarvan er twee in Nederland voorkomen. Daarnaast zijn er nog verschillende hybride flamingo’s die uit twee verschillende soorten zijn voorgekomen.
De flamingo-kolonie
In 1983 ontstond er in het Zwillbrocker Venn, een prachtig natuurgebied in Duitsland net over de grens bij Winterswijk, een flamingokolonie met Chileense flamingo’s. De kolonie broedt altijd in het Zwillbrocker Venn op een eiland in het midden van het ven. Hier broedt ook een kolonie van duizenden Kokmeeuwen. De kolonie overwintert in het Grevelingenmeer, een zoutwatermeer dat ’s winters nooit dichtvriest.
Het is niet helemaal duidelijk waar die eerste groep Chileense flamingo’s exact vandaan kwam. Het is voor Europa namelijk geen inheemse soort. Mogelijk zijn ze ooit ontsnapt of vrijgelaten, maar daar is nooit bewijs voor gevonden. Ze hadden geen ringen en waren ook niet geleewiekt ( het kortwieken van de vleugels om ontsnappen te voorkomen). Mogelijk zijn de eerste Chileense Flamingo’s hier als dwaalgast gearriveerd. Het is bekend dat ze grote afstanden kunnen afleggen.

Inheemse soort
Met enige regelmaat sluiten zich Europese Flamingo’s bij de kolonie aan. Dit is wel een inheemse soort in Europa. Door uitgebreid onderzoek te doen, onder meer het aflezen van ringen, is vastgesteld dat een aantal van deze Europese flamingo‘s in Nederland afkomstig is van kolonies uit Zuid Europa.
Naast deze twee soorten heeft er zo’n twintig jaar een (ontsnapte) Caribische flamingo in de kolonie geleefd. Samen met een Europese flamingo heeft deze meerdere (hybride) jongen voortgebracht. Deze nakomelingen zijn in de groep goed herkenbaar, vooral door hun diep roze/oranje kleur waar de Caribische Flamingo bekend om staat. De Caribische flamingo is na 2016 niet meer gezien.

Mengparen
Paarvorming gebeurt dus niet alleen tussen flamingo’s van dezelfde soort; er vormen zich ook mengparen. Hierdoor bestaat de kolonie uit Chileense Flamingo’s, Europese Flamingo’s en hybride-flamingo’s zoals Europese flamingo X Chileense flamingo, Europese flamingo X Caribisch flamingo. Aangezien deze hybride flamingo’s op hun beurt ook weer vruchtbaar zijn, ontstaan allerlei mengsoorten en wordt de determinatie van de verschillende hybride-soorten steeds moeilijker.

Chileense Flamingo
De Chileense flamingo’s komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Het is een relatief kleine flamingo (gemiddeld iets meer dan een meter hoog) met een gewicht rond de 2,5 kilogram. De vogel heeft met grijs/groene of gele poten met contrasterende rozerode hielen (die vaak worden aangezien voor knieën) en tenen. De snavel is crèmekleurig en heeft een grote zwarte punt die tot over de kromming van de snavel loopt. Het verenkleed van de Chileense Flamingo is roze gekleurd. Zijn voedsel bestaat onder meer uit kleine algen, waterinsecten, kreeftjes, larven, kleine planten.

Europese Flamingo
De Europese flamingo is de enige flamingosoort die van oorsprong in Europa in het wild voorkomt. Met een hoogte van anderhalve meter en een gewicht van vier kilogram is het één van de grootste flamingosoorten. De snavel is roze met kleine zwarte punt. De kleur van de veren is overwegend wit met wat roze. Zijn voedsel bestaat onder andere uit algen, kleine kreeftachtigen, wormen, insecten, slakjes en groenvoer.

Caribische Flamingo
De Caribische Flamingo – ook wel de rode flamingo genoemd – komt oorspronkelijk voor in het Caribisch gebied, de Galapagoseilanden en Zuid-Amerika. Deze flamingo is qua grootte vergelijkbaar met de Europese Flamingo. De poten zijn roze-rood met iets donkerder hielgewrichten en tenen. De snavel is oranjerood en heeft een grote zwarte punt. Het verenkleed is dieproze/oranje van kleur. Zijn voedsel bestaat uit algen, waterinsecten, kreeftjes, larven, kleine planten en dergelijke.

Kleine Flamingo
De kleine Flamingo leeft in gigantische kolonies van soms wel een miljoen dieren, bij voorkeur in de sodameren in Oost-Afrika. Daar foerageren ze op microscopisch kleine blauwwieren, kiezelalgen en pekelkreeftjes. De poten zijn fel rood. De snavel is grotendeels diep paars-rood en heeft een kleine zwarte punt. De vleugels zijn roze, met felle rode veren als vlekjes op de rug. In Nederland is de kleine flamingo vele jaren gezien als enkeling of in kleine groepjes, maar na 2019 is hij hier niet meer waargenomen.
Overige soorten
Naast de beide hierboven beschreven flamingo’s zijn er nog de Andes flamingo en de James’ flamingo. Deze twee soorten zijn nauw verwant aan elkaar en leven in kolonies in het Andes gebergte. Omdat ze in hun leefgebied ernstig worden bedreigd, staan ze beide op de Rode Lijst van de IUCN (International Union for Conservation of Nature).
Eén reactie
Ik schrijf me graag in voor het boek.