Onderdeel van Pixfactory

Op werkdagen voor 15.00 besteld, morgen in huis

Van 120.000 naar 6000: IJsselmeer niet meer in trek bij doortrekkende zwarte sterns

Download GRATIS het ebook '14 tips om meer te genieten van vogels' en ontvang onze 2 wekelijkse nieuwsbrief met de meest recente artikelen op vogelskijken.nl

 
Zwarte sterns in broedkleed (mei). Fotograaf: Olaf Klaassen

Zwarte sterns zitten momenteel in West-Afrika maar wie kijkt er niet uit naar hun terugkeer straks in april? Met hun dansende vlieggedrag en schelle kreten zijn ze een heerlijke zomerse verschijning in onze moerasgebieden. De aantallen broedvogels in Nederland zijn al heel lang stabiel, maar als doortrekker op nazomerse pleisterplaatsen in het IJsselmeergebied zijn ze sinds de eeuwwisseling enorm in aantal afgenomen. 

IJsselmeergebied als belangrijke tussenstop voor doortrekkers

Als het broedseizoen er op zit verzamelen zwarte sterns zich in de nazomer op het IJsselmeer en de Waddenzee, waar ze gezelschap krijgen van grote aantallen buitenlandse sterns. Meer dan 40 jaar geleden ontdekten vogelaars dat zich daar in de nazomer meer dan 100.000 zwarte sterns konden ophouden! Na de ontdekking van die enorme aantallen is een telprogramma gestart dat nog steeds loopt. Overdag foerageren de zwarte sterns op het open water, tot ver uit de kust, maar in de avond verzamelen ze zich op gezamenlijke slaapplaatsen, zoals zandige eilanden en wadplaten. Op deze slaapplaatsen worden de sterns geteld. Het gaat om plekken als De Kreupel en Balgzand, en in recente jaren ook eilanden in het Markermeer zoals de Markerwadden. 

Oost-Europese en Russische oorsprong

Zwarte sterns broeden in kleine aantallen (ruim 1000 paar) in Nederlandse zoetwatermoerassen, maar in centraal Europa en Rusland zijn ze veel talrijker. Al deze Europese zwarte sterns overwinteren voor de kust van West-Afrika. Voordat ze daarheen gaan, pleisteren ze in de nazomer op verschillende plekken langs de kusten van Europa. Ze ruien daar een deel van hun veren en slaan vetreserves op voor de reis. Op de meeste plekken verblijven er hooguit een paar duizend op doortrek. Het IJsselmeer- en Waddengebied onderscheidde zich altijd door de exceptioneel hoge aantallen. Vanwege die enorme aantallen gaat het vermoedelijk om vogels die tot ver oostelijk van ons vandaan komen, tot in West-Siberië.

Volwassen zwarte stern in juni. Fotograaf: Olaf Klaassen

Enorme afname

De vrijwilligers die al meer dan veertig jaar de tellingen uitvoeren zien vooral de laatste jaren steeds minder sterns. Afgelopen jaar bleef de teller op 6000 steken, en dan te bedenken dat er in 1990 op één avond nog 120.000 zwarte sterns werden geteld. De afname zette in rond de eeuwwisseling. Niet alleen de maximale aantallen namen af, maar ook de gemiddelden. De sterns zijn dus tegenwoordig de gehele nazomerperiode schaarser. Er is ook gekeken naar het aandeel jonge sterns, maar daarin werd geen verandering opgemerkt. De dalende trend lijkt dus niet veroorzaakt door een lager broedsucces. Meest aannemelijk is dat de buitenlandse sterns Nederland steeds meer links laten liggen tijdens hun trektocht naar het zuiden.

Maximaal getelde aantallen zwarte sterns op slaapplaatsen in het IJsselmeergebied en de westelijke Waddenzee in de periode 1980-2021. In drie jaren (1987, 1988, 2015) waren de tellingen van sterns op slaapplaatsen incompleet (Bron: Jan van der Winden)

Afname spieringen als oorzaak

Spieringen zijn scholenvissen die jaarlijks van zout naar zoet water trekken om te paaien. Sinds de aanleg van de Afsluitdijk leeft er in het IJsselmeer een populatie ‘opgesloten’ spieringen die in staat is om jaarrond in het zoete water te blijven leven. Deze spieringpopulatie is vanaf 1990 echter fors in omvang afgenomen, waarschijnlijk als gevolg van het warmer wordende water in het IJsselmeer. Het is opvallend dat het ineenstorten van de spieringpopulatie samenvalt met de afname van de zwarte sterns. Alles wijst er op dat spieringen de belangrijkste prooi voor zwarte sterns in het IJsselmeergebied waren, ook al foerageren ze ook op dansmuggen, jonge haringen, sprotten of garnalen.

Jonge zwarte stern in juli. Fotograaf: Olaf Klaassen

Kunnen oude tijden herleven?

Het zal waarschijnlijk onmogelijk zijn om de spieringaantallen weer op het oude niveau te krijgen. Gunstig zijn echter de plannen voor herstel van brakwaterzones en passages voor intrek voor vissen in de Afsluitdijk. Dan kunnen spieringen eenvoudiger naar het IJsselmeer zwemmen, paaien en bijdragen aan een verbetering van het prooiaanbod voor de sterns. Helemaal mooi zou het zijn als het gebied ook voor andere prooivissen zoals ansjovis geschikt zou raken. Die soort paaide ooit talrijk in de Zuiderzee en zou voor zwarte sterns een waardevolle aanvulling zijn op de spieringen. 

Deze bijdrage is geschreven naar aanleiding van een bericht op Nature Today en een publicatie van Van Winden et al. in Limosa 95 (2022): 113-126. Voor het volledige verhaal zie Limosa

Wil je meer weten over deze vogelsoort? Klik dan hier.

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reageer op dit artikel

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze artikelen vind je vast ook interessant: